► Het apparaat heeft een herinneringsfunctie als de stekker nog in het stopcontact zit. De
instellingen die als laatste zijn ingesteld, worden opgeslagen. Ze worden gewist zodra
de stekker uit het stopcontact wordt verwijderd.
► De dagtemperatuur veranderende omgevingstemperatuur beïnvloedt de hoeveelheid
water. Dit kan tot + - 15 % variëren .
50.2.1
Water uit de lekbak verwijderen
1. Als de lekbak vol is, houdt u met een hand het apparaat vast en
met de andere de lekbak.
2. Til deze licht omhoog om hem eruit te trekken.
3. Verwijder het water uit de lekbak en schuif deze vervolgens terug
in het apparaat. Zorg ervoor dat de lekbak goed is ingeschoven.
50.2.2
Vervangen van het filter
1. Open het deksel van het waterreservoir (A) en de filter container
(B) te verwijderen met het oude
waterfilter (C).
2. Week het nieuw waterfilter rand 10 min.
in water.
3. Spoel het nieuw waterfilter grondig
onder stromend water .
4. Verwijder de oude waterfilter en vervang
het door een nieuw filter (zie fig.). Neem
daarvoor de container van het oude
waterfilter uit het apparaat, plaats het
nieuwe waterfilter en trek deze van
achteren naar voren.
50.2.3
Foutcode Lo Lack of water
Als het apparaat stopt, klinkt een pieptoon
en in het display de foutcode Lo Lack of
water, betekent dit dat er te weinig of geen water in de watertank. Dan kunt u in een
rechte voldoende water in de tank te vullen.
50.2.1
Calibratie
Wanneer u de temperatuur of hoeveelheid van het agegeven water wil optimaliseren, kunt
u het apparaat calibreren. De tank tot aan de maximale markering vullen.
Een bak onder het kraantje zetten, dat de volledige inhoud van de tank kan bevatten.
en houdt het 3 seconden ingedrukt totdat op het display „CAL" verschijnt.
Druk op
Wanneer het volume „000" weergeeft met start/stop bevestiggen. Het apparaat voert de
calibratie uit en piept wanneer het proces is afgesloten.
TIP
99