NEDERLANDS
Software version:
Geeft de softwareversie van het toestel weer.
Druk op de MENU toets tot
knippert op de display.
Druk op de ENTER toets om de softwareversie te laten verschijnen.
U kunt ook terugkeren naar het hoofdmenu zonder iets te wijzigen door terug gedurende ongeveer 2
seconden op de MENU toets te drukken.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE + ADRESSERING
Belangrijk: De elektrische installatie zou alleen uitgevoerd moeten worden door een bekwaam
persoon volgens de voorschriften voor elektrische en mechanische veiligheid in uw land.
Electrishe installatie van 1 standalone toestel:
Verbind gewoon de stroomkabel met het net. Het toestel start onmiddellijk op in stand-alone mode.
Opmerking1: u kunt een CA-8 remote controller aansluiten indien u een betere controle over het toestel
wilt hebben. Zie "how to operate the unit".
Opmerking2: indien er niets gebeurt moet u controleren of het toestel wel degelijk in master mode staaten
dat de black-out functie op "NO" staat (zie vorig hoofdstuk)
Electrische installatie van 2 of meer toestellen in master/slave:
Verbind 2 tot maximum 16 toestellen met mekaar door middel van symmetrische microfoonkabels van
goede kwaliteit. Zet het eerste toestel in Master Mode, alle andere toestellen moeten in slave mode
(SL1, SL2, SL3 of SL4) staan . Zie vorig hoofdstuk voor meer informatie.
Controleer of alle toestellen op het stroomnet zijn aangesloten.
Klaar!
Opmerking: u kunt een CA-8 remote controller op het 'Master' toestel aansluiten indien u een betere
controle over het toestel wenst te hebben.
DMX AANSLUITINGEN
Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om
moet uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populaider want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~
Pins4+5 niet in gebruik.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen, moet u een
afsluitweerstand van 90Ω tot 120Ω aan het eind van de keten gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel,
dit zal eenvoudig niet werken!
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando's van de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie
zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In vorig hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres instellen).
Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk start adres u
zou moeten gebruiken omdat dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken Gelieve hiervoor de
handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
JB SYSTEMS
31/72
®
HANDLEIDING
lichtuitrustingen te bedienen. U
TAURUS
NEDERLANDS
DMX-CONFIGURATIE VAN DE TAURUS:
1 KANAALS MODUS:
3 KANAALS MODUS:
JB SYSTEMS
32/72
®
HANDLEIDING
TAURUS