5.1.19 De veiligheidsmeetsnoeren zijn uitgevoerd in een 4 mm stekertechniek.
De meetsnoeren zijn nadrukkelijk alleen bedoeld voor het meten van
de voor de BENNING MM 7 genoemde nominale spanning en stroom.
5.1.20 De BENNING MM 7 wordt beschermd tegen mechanische bescha-
digingen door een rubber beschermingshoes . Deze bescher-
mingshoes maakt het tevens mogelijk de BENNING MM 7 neer te
zetten of op te hangen.
6. Gebruiksomstandigheden
-
De BENNING MM 7 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in
droge ruimtes.
-
Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m maximaal.
-
Categorie van overbelasting/ installatie IEC 664/ IEC 1010-1 → 600 V
categorie III: 1000 V categorie II
-
Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529).
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
Beschermingsgraad stofindringing: 2
-
Werktemperatuur en relatieve vochtigheid:
Bij een omgevingstemperatuur van 0 °C tot 30 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 80 %.
Bij een omgevingstemperatuur van 30 °C tot 40 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 75 %.
Bij een omgevingstemperatuur van 40 °C tot 50 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 45 %.
-
Opslagtemperatuur: de BENNING MM 7 kan worden opgeslagen bij tempe-
raturen van - 20 °C tot + 60 °C met een relatieve vochtigheid van de lucht
< 80 %. Daarbij dient wel de batterij verwijderd te worden.
7. Elektrischegegevens
Opmerking:
De nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als som van:
-
een relatief deel van de meetwaarde.
-
een aantal digits.
Deze nauwkeurigheid geldt bij temperaturen van 18 °C tot 28 °C bij een rela-
tieve vochtigheid van de lucht < 80 %.
7. M eetbereikbijgelijkspanning
De ingangsweerstand bedraagt 10 MΩ. (In het 400 mV bereik 1GΩ)
Meetbereik
400 mV
4 V
40 V
400 V
1000 V
7.2 M eetbereikvoorwisselspanning
De ingangsweerstand bedraagt 10 MΩ parallel met 100 pF. De waarde wordt
gemeten als echte effectieve waarde en als zodanig aangegeven (True RMS).
Bij niet sinusvormige signaalprofielen wordt de uitkomst onnauwkeuriger.
Daardoor ontstaat voor de volgende Crestfactoren een extra afwijking:
Crestfactor 1,4 tot 3,0: extra afwijking + 1,5 %.
Crestfactor 3,0 tot 4,0: extra afwijking + 3,0 %
Meetbereik
400 mV
4 V
40 V
400 V
750 V
± (1,5% + 5 digits) in frequentiebereik 500 Hz - 1 kHz
1
10/ 2006
Resolutie
Nauwkeurigheid v.d. meting
100 µV
± (0,25 % meetwaarde + 5 digits)
1 mV
± (0,4 % meetwaarde + 1 digit)
10 mV
± (0,25 % meetwaarde + 1 digit)
100 mV
± (0,25 % meetwaarde + 1 digit)
1 V
± (0,25 % meetwaarde + 1 digit)
Nauwkeurigheid v.d. meting
Resolutie
± (2 % meetwaarde +8 digits)
100 µV
bij 50 Hz-60 Hz voor 400 mV bereik
1 mV
± (1.3 % meetwaarde + 5 digits)
10 mV
± (1.3 % meetwaarde + 5 digits)
100 mV
± (1.3 % meetwaarde + 5 digits)
1 V
± (1.3 % meetwaarde + 5 digits)
B ENNING MM 7
bij 40 Hz-1000 Hz
Beveiliging tegen
overbelasting
1000 V
DC
1000 V
DC
1000 V
DC
1000 V
DC
1000 V
DC
Beveiliging tegen
overbelasting
1+2
750 V
eff
750 V
2
eff
750 V
2
eff
750 V
2
eff
750 V
2
eff
79