6.3. Indien u minder vaak met de fiets rijdt of deze voor lange tijd opbergt, dan moet de batterij om de
2-3 maanden volledig opgeladen worden.
OPGELET
1. De levensduur van de batterij kan dalen na een lange opslag zonder regelmatig op te laden zoals
hierboven omschreven, dit ten gevolge van natuurlijke ontlading.
2. Gebruik nooit een stuk metaal om de twee polen van de batterij rechtstreeks met elkaar te
verbinden, zo niet zal de batterij beschadigd worden door kortsluiting.
3. Plaats de batterij niet bij een vuur of een andere warmtebron.
4. Schud, stoot of gooi nooit hevig met de batterij.
5. Houd de batterij buiten het bereik van kinderen indien u deze uit de fiets haalt om onverwachte
ongelukken te vermijden.
6. De batterij mag niet gedemonteerd worden.
7. De batterijlader gebruiken en onderhouden
Vooraleer u de batterij oplaadt, dient u deze gebruikshandleiding alsook de eventuele handleiding van de
lader, die bij de fiets geleverd wordt, door te nemen. Houd eveneens rekening met onderstaande punten
wat betreft de batterijlader.
Gebruik de lader niet in een omgeving met explosieve gassen of corrosieve stoffen.
Schud, stoot of gooi nooit met de batterijlader om schade te voorkomen.
Bescherm de batterijlader steeds tegen regen en vochtigheid!
De batterijlader dient gebruikt te worden binnen een temperatuurbereik tussen 0°C en +40°C.
De lader mag nooit gedemonteerd worden.
Gebruik enkel de lader die bij de elektrische fiets meegeleverd wordt, zo niet kan de batterij
beschadigd raken en vervalt de garantie.
Tijdens het laden moeten zowel de batterij als de lader zich op een minimale afstand van 10 cm
van de muur bevinden, tenzij er ventilatie mogelijk is voor de afkoeling. Plaats niets rond de lader
wanneer deze in werking is!
Procedure voor het laden
Laad de batterij van de fiets op volgens onderstaande procedure:
7.1. De batterij kan opgeladen worden via het stopcontact, de schakelaar moet niet ingeschakeld zijn.
7.2. Steek de uitgangsstekker van de lader stevig in de batterij en steek vervolgens de hoofdkabel van de
lader in het dichtstbijzijnde stopcontact.
7.3. Tijdens het laden zal het LED-lampje van de lader rood oplichten, wat betekent dat de batterij aan het
opladen is. Wanneer het lampje groen wordt, is de batterij volledig opgeladen.
7.4. Na het laden haalt u de stekker van de lader eerst uit het stopcontact en vervolgens trekt u de
uitgangsstekker van de lader uit de batterij. Sluit tot slot het deksel van de laderingang op de batterij
en controleer of dit goed afgedekt is.
8. De elektrische naafmotor gebruiken en onderhouden
8.1 Onze intelligente e-fietsen zijn zo ingesteld dat de elektrische ondersteuning slechts in werking treedt
na een volledige rotatie van het kettingwiel.
:
80/85