bl40_bu1_1609929E39_t.fm Seite 3 Dienstag, 14. Februar 2006 3:14 15
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril dient voor
s
het beter herkennen van de laserstraal, maar biedt geen bescherming
tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het verkeer. De
s
laserbril biedt geen volledige bescherming tegen ultravioletstralen en
vermindert de waarneming van kleuren.
Laat het meetgereedschap alleen repareren door gekwalifi-
s
ceerd, vakkundig personeel en alleen met originele vervangings-
onderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
meetgereedschap in stand blijft.
Laat kinderen het lasermeetgereedschap niet zonder toezicht
s
gebruiken. Anders zouden zij onbedoeld andere personen kunnen
verblinden.
Bescherming van het apparaat
Voorkom heftige schokken of vallen. Na sterke inwerkingen van bui-
s
tenaf op het apparaat: voer altijd een nauwkeurigheidscontrole uit
voordat u verder werkt (zie het gedeelte Waterpasnauwkeurigheid).
Dompel het apparaat niet in water.
s
Stel het gereedschap niet bloot aan buitengewone temperaturen of
s
temperatuurschommelingen (laat het bijvoorbeeld niet in de auto liggen).
Wanneer het gereedschap langdurig niet wordt gebruikt, moeten de
s
batterijen worden verwijderd (gevaar voor zelfontlading en corrosie).
Batterijen inzetten of vervangen
E
Draai de schroef voor de deksel van het batterijvak 14 los. Verwijder het
deksel van het batterijvak 13. Leg de batterijen zo in de behuizing dat het
mincontact de batterijspiraalveren aanraakt. Breng het deksel aan en
draai de schroef stevig vast.
Met de meegeleverde 1,5 V minicellen (LR 20) is een gebruiksduur moge-
lijk van ca. 40 uur in de rotatiefunctie.
Extreme temperaturen en het gebruik van batterijen met een verschillende
oplaadtoestand bekorten de gebruiksduur van het apparaat.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterijen van hetzelfde
merk en met dezelfde capaciteit.
Ingebruikneming
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet
s
in de laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand. Bij het inscha-
kelen van de bouwlaser wordt de laser geactiveerd. Deze straalt naar
boven en opzij.
In- en uitschakelen: Druk de aan/uit-schakelaar 5 in.
Wanneer de maximale bedrijfstemperatuur van 45 °C wordt
overschreden, wordt de laserstraal automatisch uitgescha-
keld om de laserdiode te beschermen. Na het afkoelen is het
apparaat weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw wor-
den ingeschakeld.
1 609 929 E39 • (06.02) T
Nederlands–3