ingedrukt, wordt een vetstoot gegeven.
Automatische werking:
Door aan de aftaphendel (pos. 02) te trek-
ken, worden automatisch vetstoten gegeven
tot de aftaphendel weer wordt losgelaten of
de vetruimte vol is.
Na gebruik:
1. Snelkoppeling
(pos. 01) halen (afbeelding 1b).
2.5 Onderhoud
Regelmatige smering is vereist!
Oliën via een onderhoudseenheid met fil-
terdrukvermindering en olievernevelaar.
Zonder olievernevelaar: dagelijks met de
hand via steeknippel (pos. 01) oliën.
Bij een langere bedrijfsonderbreking ook
via de steeknippel (pos. 01) oliën.
2.6 Buitenbedrijfstelling
Opslag: gereinigd, droog, stofvrij, niet on-
2.8 Verhelpen van een storing
Storing
A
Na het indrukken
van de aftaphen-
del (pos. 02) is er
geen functie te zien
B
Vetpers geeft te
weinig of geen vet
*Voor foutoplossing: zie de informatie in het hoofdstuk "Technische gegevens" gebruiksaanwijzing deel 1!
**zie hoofdstuk: "Gebruik conform de bepalingen" gebruiksaanwijzing dee 1!
***Voor de foutoplossing: hoofdstuk: "Inbedrijfstelling" lezen!
Neem indien nodig contact op met onze service-medewerkers, zie laatste pagina.
van
de
steeknippel
Oorzaak
Aftaphendel (pos. 02) / aftapklep
defect
Geen aansluiting op perslucht
Geen vet in vetreservoir (pos. 05)
Vetpers niet ontlucht
Vetpers na verwisseling van
cartridges niet ontlucht
Cartridge verkeerd ingelegd
Vetzuiger beschadigd
Afdichting (pos. 10) aan voorkant
behuizing defect (afbeelding 2a)
Te hard vet
Voor het apparaat ongeschikt
materiaal gebruikt
Te kleine slangdiameter
Compressorvermogen te klein
Werkdruk (continudruk) te gering
der 5° C.
Afvalverwerking: verpakking / apparaat
volgens de geldende wettelijke voorschriften
afvoeren.
2.7 Garantie
Basis: gehele apparaat in originele toestand
/ aankoopbon.
Voor materiaal- en fabricagefouten zijn de
wettelijke voorwaarden van kracht.
Uitgesloten zijn: slijt- / verbruiksdelen;
ondeskundig gebruik; overbelasting / ver-
keerde druk; manipulaties / oneigenlijk ge-
bruik;
gebrekkig
onderhoud of gebrekkige / verkeerde / geen
smering; stoot / slag; stof- / vuilaanslag;
niet toelaatbare / verkeerde werkwijze; ver-
keerde energie; niet / onvoldoende gezuiver-
de perslucht; het niet nakomen van de
gebruiksaanwijzingen; verkeerde verwer-
kings- / werkmiddelen.
Verhelpen
Aftaphendel (pos. 02) / aftapklep
vervangen
Op perslucht aansluiten
Vet bijvullen
Ontluchtingskleppen (pos. 03) in-
drukken
Ontluchtingskleppen (pos. 03) in-
drukken
Cartridge opnieuw inleggen
Vetreservoir (pos. 05) vervangen
Afdichting (pos. 10) vervangen
Vet enigszins verwarmen
Voor het apparaat geschikt materi-
aal gebruiken
Juiste slangdiameter
Passende vermogensmaat gebrui-
*
ken
Werkdruk (continudruk) verhogen.
Maximale werkdruk in acht nemen
FP
/
verkeerd
/
geen
***
***
**
*
gebruiken
II/17
NL
*