DF [%] =
5.1.12. De toets
meten waarde, alsmede het gemiddelde en slaat deze op in het se-
cundaire display . Bij doorschakelen worden de volgende waardes
aangeduid: 'Max' geeft de hoogste opgeslagen meetwaarde weer en
'Min' de laagste. 'AVG' duidt de gemiddelde waarde aan. Door de toets
langer in te drukken (2 sec.) wordt weer naar de normale status terug
geschakeld.
5.1.13. De
geven waarde vast in het secundaire display en geeft in het hoofd-
display het verschil (Offset) aan tussen de opgeslagen meetwaarde
en de volgende gemeten waarde.
Voorbeeld: Opgeslagen referentiewaarde: 235 V (secundair display)
,
actuele gemeten waarde: 230 V, geeft een verschil van 5 V (in hoofd-
display) . Door de toets opnieuw n te drukken wordt terug geschakeld
naar de normale status.
5.1.14. Met de
matig worden ingesteld, waarbij tegelijkertijd het symbool 'AUTO' lang-
zaam uit het scherm verdwijnt. Door toets langer in te drukken (2 sec.)
wordt gekozen voor een automatische instelling van het bereik (aandui-
ding 'AUTO' in display).
5.1.15. Niveaumeting in dB/dBm: de niveaumeting in decibel is de loga-
rithmische verhouding tussen twee grootheden, zoals bijv. spanning
of stroom. Is de BENNING MM 11 ingesteld voor spanningsmeting
(V AC), wordt door langer op de toets
sec.), de niveaumeting geactiveerd. In het secundaire display wordt
het spanningsniveau aangegeven met een referentiewaarde van 1 V.
Door opnieuw op de toets
mogensniveau in dBm weergegeven, (referentiewaarde: 1 mW bij 600
Ω). Spannings- en vermogensniveau worden als volgt berekend:
Spanningsniveau
in dB:
Vermogensniveau
in dBm:
1 mW an 600
Door opnieuw langer op de toets
sec.) wordt terug geschakeld naar de normale status.
5.1.16. De meetfrequentie van de BENNING MM 11 bij cijferweergave bedraagt
gemiddeld 2 metingen (20.000 Digit) respectievelijk 4 metingen (4.000
Digit) per seconde, de meetfrequentie van de staafdiagramuitlezing is
ongeveer 20 metingen per seconde.
5.1.17. De BENNING MM 11 wordt in- en uitgeschakeld met de draaischake-
laar . Uitschakelstand is 'Off'.
5.1.18. De BENNING MM 11 schakelt zichzelf na ca. 30 minuten automatisch
uit (APO, Auto-Power-Off). Hij wordt weer ingeschakeld door een wille-
keurige toets in te drukken of door bediening van de draaischakelaar.
5.1.19. De temperatuurcoëfficiënt van de gemeten waarde: 0,1 x (aangegeven
nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/ °C < 18 °C of > 28 °C t.o.v.
de waarde bij een referentietemperatuur van 23 °C.
5.1.20. De BENNING MM 11 wordt gevoed door een blokbatterij van 9 V
(IEC 6 LR 61).
5.1.21. Indien de batterij onder de minimaal benodigde spanning (ca. 7 V) voor
de BENNING MM 11 daalt, verschijnt in het display 1 een leeg bat-
terijsymbool (
09/ 2007
T1
T
bepaalt automatisch de hoogste en de laagste ge-
-toets (relatieve waarde functie) houdt de actueel weerge-
-toets kunnen de verschillende meetbereiken hand-
Referentie-
L
U
waarde: 1 V
1 V
Referentie-
= 10 x log P
L
waarde:
P
1 mW
).
B ENNINGMM11
(dB/dBm) te drukken wordt het ver-
= 20 x log U
[dB]
[dBm]
(dB/dBm) te drukken (2
U²
= 10 x log 600 Ω [dBm]
L
P
1 mW
(dB/dBm) te drukken (2
09