Gebruik
Waterindicator
1
Normaal bedrijf
2
Waterdetectie
Waarschuwing batterij
3
bijna leeg
Het alarm testen
Het alarm moet maandelijks worden getest om de juiste werking te garanderen.
1. Plaats één vinger op iedere sensorsonde om een kortsluiting te veroorzaken.
Het alarm gaat af en de indicator knippert continu rood totdat het water wordt geëlimineerd.
Alarmgeluid: 3 korte piepjes, 2 seconden pauze (herhaald).
2. Haal uw vingers van de sensorsondes.
De sensorsondes afstellen
De sensorsondes kunnen in de hoogte worden afgesteld van 0 mm tot 3 mm. Gebruik de inbussleutel
om de sensorsonde af te stellen.
A
B
0-3 mm
•
Draai de sensorsonde rechtsom om de hoogte te verkleinen.
De watermelder zal het water later detecteren.
•
Draai de sensorsonde linksom om de hoogte te vergroten.
De watermelder zal het water eerder detecteren.
De indicator knippert iedere 60 seconden
rood.
Het alarm gaat af en de indicator knippert
continu rood totdat het water wordt
geëlimineerd.
Het alarm piept en de indicator knippert
iedere 60 seconden rood.
A
B
0-3 mm
9
Nederlands
Actie: ---
Actie: Elimineer het
water.
Actie: Vervang de
batterij.