■Autofocus met handmatige aanpassing (stand M/A)
1 Zet de schakelaar voor de scherpstelstand " op [M/A].
Opmerking: Zorg ervoor dat u de schakelaar zo instelt dat
2 Autofocus is mogelijk, maar u kunt de scherpstelling
handmatig wijzigen door aan de scherpstelring 2 te
draaien terwijl u de ontspanknop of de AF-startknop
(AF-ON) op de camera licht indrukt.
3 U annuleert de handmatige aanpassing door de
ontspanknop of de AF-startknop op de camera nogmaals
licht in te drukken. De camera schakelt terug naar de
autofocusstand.
3. Scherpstellen, zoomen en scherptediepte (p.128)
Draai voordat u scherpstelt aan de zoomring 5 totdat de
gewenste compositie in de zoeker wordt weergegeven. Als
de camera een knop of hendel voor scherptedieptecontrole
heeft, kunt u de scherptediepte controleren terwijl u door
de zoeker van de camera kijkt.
Nl
4. Het diafragma instellen
Stel het diafragma in op de camera.
72
de aanduiding precies samenvalt met [M/A].