• Als de omgeving regelmatig verandert (bijvoorbeeld van binnen naar
buiten), wacht dan ongeveer 30 minuten in de nieuwe omgeving voor
de temperatuur te meten.
• Bij constant meten dienen de intervallen 10 seconden te bedragen.
Het is normaal dat er variaties optreden tussen metingen met korte
tussenpozen bij constant meten, in deze gevallen kan de gemiddelde
meetwaarde als resultaat worden gebruikt.
• Er is geen exacte standaardwaarde van de lichaamstemperatuur. Voor
gezonde personen kan de temperatuur fluctueren tussen 0,2 ~ 1°C (32,36
~ 33,8°F) in verschillende delen van het lichaam. Meet de lichaamstem-
peratuur altijd op hetzelfde tijdstip van de dag.
• Als de omgevingstemperatuur het temperatuurbereik van de thermo-
meter overschrijdt dan wordt het "Err" symbool getoond.
• Als de gemeten temperatuur lager is dan 32°C wordt het "Lo" symbool
op het scherm getoond; als de gemeten temperatuur hoger is dan
42,9°C wordt het "Hi" symbool op het scherm weergegeven.
Locatie van de Bedieningselementen
1 Aan-uit / Scan knop
2 Scherm
3 Voorste beschermkap / Onderdeel voor voorhoofdmeting
4 Standaard
5 Sensor
6 Batterijcompartiment
7 Tijdinstelling knop
Nederlands
19