nl - Gebruik
Zeeftrays met in-
jectoreenheid in-
ruimen
100
Plaats de zeeftrays in de zeefschaalhouders A 311. De wateraan-
sluitingen moeten naar de injectoreenheid wijzen.
De belading moet van achteren naar voren plaatsvinden. Het leeg-
ruimen dient in omgekeerde volgorde te gebeuren.
De zeeftrays mogen niet los in de wagen worden gelegd en mogen
niet op elkaar worden gestapeld.
Verbind de zeefschalen met de siliconen slangen van de wagen
A 207.
Niet gebruikte slangen moeten worden vastgezet. Hiervoor steekt u
ze in de geperforeerde lijst.
Losse slangen worden door de waterdruk heen en weer geslin-
gerd. Hierdoor kunnen beschadigingen aan het spoelgoed of de
reinigingsautomaat ontstaan.
Niet gebruikte slangen mogen niet met afsluitdoppen worden afge-
sloten!