De koelkast en de diepvrieskast zijn niet koud genoeg.
• De deur sluiten niet goed of de afdichtingen zijn versleten.
• De deur worden vaak geopend.
• De knop van de TEMPERATUURREGELING staat niet op de
goede stand
• De koelkast zijn overmatig gevuld.
In de koelkast bevriezen de etenswaren.
• De knop van de TEMPERATUURREGELING staat niet op de
goede stand
• De levensmiddelen staan in contact met de achterwand.
De ventilator PURE WIND draait niet.
• Het PURE WIND systeem wordt alleen dan automatisch
geactiveerd als het noodzakelijk is de optimale condities aan
de binnenkant van het koelgedeelte terug te brengen.
De motor blijft doorlopend draaien
• De deur is niet goed dicht of wordt constant geopend.
• De buitentemperatuur is erg hoog.
Het apparaat maakt veel lawaai.
• Het apparaat staat niet waterpas (zie Installatie).
• Het apparaat staat tussen meubels of objecten die trillen of
geluid maken.
• Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
Op de achterwand van het koelgedeelte bevindt zich ijs of
waterdruppels.
• Dit is de normale werking van het product.
Op de bodem van de koelkast ligt water.
• De afvoeropening voor het water is verstopt (zie Onderhoud).
NL
23