NL
1. ELEKTRISCHE AANSLUITING
-
Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de netspanning overeenkomt met de op
uw toestel aangeduide spanning (V) en of het stopcontact en de voedingsleiding qua afmetingen op de
vereiste belasting zijn afgestemd.
-
DIT APPARAAT IS CONFORM DE EG-RICHTLIJN 2004/108/EG INZAKE DE ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT.
2. Montage van de pootjes
Ga voor de montage van de pootjes als volgt te werk:
Steek het pootje in de geleiding aan de zijkant en duw het stevig aan totdat de twee aanwezige tandjes
ingrijpen (fig. 1).
3. Montage op de muur
BELANGRIJK: controleer, alvorens in de muur te boren, of er geen elektrische kabels of leidingen in die zone
aanwezig zijn. Om uw convectorkachel aan de muur te bevestigen, dient u de beugels "E" en "F" te gebrui-
ken (bijgevoegd), plus vier schroeven en vier pluggen die voor de beugels geschikt zijn (bijgevoegd).
Ga als volgt te werk:
• Bevestig de beugels "E" met inachtneming van de afstanden aangegeven in fig.3
• Hang de convectorkachel aan de twee eerder bevestigde beugels op. Breng de twee beugels "F" in het
achterste gedeelte van de onderkant van de convectorkachel aan, zoals getoond in fig. 4.
Teken de bevestigingsposities van deze beugels op de muur af. (Wanneer ze gemonteerd zijn, bevesti-
gen ze de convectorkachel in een vaste positie, zodat hij niet verwijderd kan worden).
• Verwijder de convectorkachel, boor de gaten voor de pluggen en breng de pluggen in de gaten in.
• Bevestig de convectorkachel opnieuw door de beugels "F" aan de onderkant van de convectorkachel aan
te brengen en deze met behulp van schroeven in de geboorde gaten te bevestigen.
Nu is uw convectorkachel op de muur gemonteerd.
Het apparaat mag niet recht onder een vast stopcontact geplaatst worden.
Plaats het apparaat zodanig dat het stopcontact en de stekker na installatie eenvoudig te bereiken zijn.
4. Werking en gebruik
Inschakeling
Steek de stekker in het stopcontact, draai de thermostaatknop (B) naar de maximumstand, en start het appa-
raat als volgt met de vermogenschakelaar (A) (fig.2):
• Draai de knop van de vermogenschakelaar (A) naar de stand Min om het minimumvermogen te kiezen
(het betreffende lampje van het minimumvermogen gaat branden).
• Draai de knop van de vermogenschakelaar (A) naar de stand Med om het medium vermogen te kiezen
(het betreffende lampje van het medium vermogen gaat branden).
• Draai de knop van de vermogenschakelaar (A) naar de stand Min om het maximumvermogen te kiezen
(het betreffende lampje van het maximumvermogen gaat branden). Bij de geventileerde versie gaan
beide controlelampjes Min en Med branden.
5. Regeling van de thermostaat
Wanneer de temperatuur in de ruimte het gewenste niveau heeft bereikt, de thermostaatknop B langzaam
tegen de wijzers van de klok in draaien tot de controlelampjes uitgaan en niet verder. De op deze manier
ingestelde temperatuur wordt automatisch door de thermostaat geregeld en constant gehouden.
In het tussenseizoen of op niet bijzonder koude dagen kunt u het minimumvermogen kiezen en op deze
manier een lager verbruik verkrijgen.
6. Antivriesfunctie
Met de thermostaat in de stand
op een temperatuur van circa 5° C, zodat bevriezing met behulp van een minimaal energieverbruik wordt
voorkomen.
7. Modellen voorzien van ventilatie
Sommige modellen zijn voorzien van 2 ventilatoren waarmee een nog snellere en gelijkmatigere ver-
warming kan worden verkregen. Draai, om deze functie in te schakelen, de vermogenschakelaar (A) naar
de stand
Max (het betreffende controlelampje gaat branden).
8. Modellen met 24-urentimer (C)
Indien u het apparaat zonder timer wilt laten werken, dient u het schuifje van de timer in stand I te zetten.
Als u het apparaat echter op vaste tijdstippen wilt laten werken, zet u het schuifje (D) in de stand
gaat u als volgt te werk:
• Kijk op uw horloge. Stel dat het 10 uur is. Draai de genummerde schijf van de programmeerinrichting in
wijzerzin, tot het cijfer 10 van de schijf overeenkomt met het referentieteken L aangeduid op de pro-
12
en terwijl een vermogen is geselecteerd, houdt het apparaat het vertrek
en