Configuratie En Functiecon - Siemens REV23.03RF Instrucciones De Montaje

5 Beste ontvangstpositie bepalen
a) REV-R.03/1 uitschakelen
b) REV23.03RF inschakelen, op de gekozen plaats opstellen en
ca . 4 seconden de aanwezigheidstoets
Elke 2 seconden zendt de REV23.03RF een testsignaal.
Het zenden van testsignalen stopt automatisch na 10 minuten
of na kortstondig indrukken van toets ESC of de
aanwezigheidstoets
c ) REV-R.03/1 inschakelen
d) Beide LEDs van de REV-R.03/1 vanaf 2...3 meter afstand in
de gaten houden
e) Oranje LED_2 moet elke 2 seconden kort knipperen. Knipper
LED_2 niet elke 2 seconden, dan is de afstand tussen
REV23.03RF en REV-R.03/1 te groot. REV-R.03/1 dichter bij
REV23.03RF monteren
f) LE D_1 toont de laatst ontvangen signaalsterkte:
LE D_1 knippert rood: Het signaal is
verbinding te garanderen. REV-R.03/1
di chter bij REV23.03RF monteren
LED_1 knippert groen: We onderscheiden 3 signaal
Heel goed (3), Goed (2) en
Aanvaardbaar (1).
Als LED_1 groen knippert is de
verbinding tussen REV23.03RF
en REV-R.03/1 in principe OK.
g) REV-R.03/1. binnen ca 1 vierkante meter verplaatsen om de
beste ontvangstpositie te bepalen. Echter steeds beide LEDs
vanaf een afstand van 2...3 meter controleren.
Om een betrouwbare verbinding te krijge
REV-R.03/1 op een plaats te monteren w
signaalsterkte minstens „Goed" is.
6 Verklaring voor LED_1 en LED_2
LED_1 brandt rood:
Geen REV23.03RF verbonden
Rood in
Rood uit
LED_1 knippert rood:
Signaalsterkte te zwak
Rood in
Rood uit

Configuratie en functiecon

1 Configuratie
1.1 Toegang tot het installateursniveau
Door gelijktijdig indrukken van de warmer- en koudertoets alsmed
rollen aan de rolschakelaar, eerst weg van het display en daarna
naar toe, wordt het installateursniveau vrijgegeven. Zie ook afb. G.
1.1. 1 Opnemer calibreren
Na het activeren van het installateursniveau knippert het symbool
CA L . Door het indrukken van de rolschakelaar kni
gemeten temperatuur en kan door rollen naar de display of er van
max . ± 2 °C opnieuw worden gecalibreerd. De instelling opslaan
met een druk op de rolschakelaar (zie ook afbeelding
1.1.2 Begrenzing van de gewenste waarde
2 Instelmogelijkheden:
Op het installateursniveau kan van het knipperende CAL symbool met
een rolbeweging naar de display toe veranderd worden naar het
begr enzingssymbool voor de gewenste waarde (zie ook afbeelding
Doo r in te drukken bevestigen. 5...29 °C knippert (fabriek
Door indrukken bevestigen of met een rolbeweging verder gaan. De
inste lling 16...29 °C knippert. Door in te drukken bevestigen.
18/36
indrukken:
te zwak om een solide
sterktes:
n adviseren wij de
aarbij de
trole REV23.03RF
ppert de actue
).
of
sinstelling).
LED_1 knippert 3 x groen:
Groen in
Groen uit
LED_1 knippert 2 x groen:
Groen in
Groen uit
t
LED_1 knippert 1 x groen:
Groen in
Groen uit
LED_2 brandt niet:
Oranje in
Oranje uit
LED_2 brandt constant:
Oranje in
Oranje uit
LED _2 knippert constant:
Oranje in
Oranje uit
LED_2 knippert kort:
7 REV-R.03/1 definitief monteren
a) Netspanning
b) Plaats markeren waar de REV-R.03/1 zich bevindt
c) Indien nodig bedrading losmaken
d) Ontvanger volgens afb. H t/m M op de gemarkeerde plaats
monteren, compleet bedrad
e) Netspanning inschakelen
1. 1 .3 Optimaliseren van de inschakeling
In het installateursniveau kan men met twee rolbewegingen naar de
dis pl ay toe van het knippe
e
symbolen
er
inschakeling (zie ook afbeelding
Doo r in te drukken bevestigen,
(fabrieksinstelling). Door in te drukken bevestigen of met verdere
rolbe wegingen naar ¼, ½, 1 of naar optimalisering UIT
el
Stee ds door in te drukken bevestigen.
af
1.1.4 Regelgedrag
O p h et installateursniveau kan van het knipperende symbool CAL
met meerdere rolbewegingen naar de display toe worden veranderd
naar verschillende algoritmen (zie ook afbeelding
Door in te drukken bevestigen.
Door in te drukken bevestigen of met iedere verdere
naar de display toe het volgende regelgedrag kieze
).
, PID 6, PID 12 of
te dr ukken bevestigen.
Zie onder voor de beschrijving
afbeelding ).
26.01.2007
Signaalsterkte: Heel goed
1 2 3
Startpuls
Startpuls
Signaalsterkte: Goed
1 2 1 2
Startpuls Startpuls
Signaalsterkte: Aanvaardba
1 1
Startpuls
Startpuls
Bestuurd apparaat UIT
Bestuurd apparaat IN
Leersignaal actief
Ontvangst van een signaal
ui tschakelen
en en behuizing sluiten
rende symbool CAL veranderen naar de
voor het optimaliseren van de
en ).
knippert
(fabrieksinstelling) knippert.
. Het gewenste regelgedrag door in
van het regelgedrag (zie ook
1 2 3
Startpuls
ar
1
Startpuls
.
).
rolbeweging
n:
CE1G2265xx