Het instellen:
Mode
• Druk zo vaak op de toets
A
TTL
'Mode' wordt aangege-
A
ven.
Set
• Stel met de toetsen
in. De geseecteerde flitsfunctie wordt daarbij tegen
een balkje geplaatst.
F 5.6
TTL
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
AZoom 28
• Druk op de toets
7.7 m
ISO 100
normale weergave terug. Als u niet op de toets
Mode
Para
Sel
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-
tisch naar de normale weergave terug.
De standaard TTL-flitsfunctie wordt alleen door
camera's uit de groepen A, B en C ondersteund!
D-TTL en i-TTL flitsfuncties
De D-TTL en i-TTL flitsfuncties zijn een verdere ontwikkeling van de standaard
TTL-flitsfunctie van analoge camera's. Deze worden door camera's uit de groe-
pen D, c.q. E ondersteund (zie Tabel 1). Bij de opname worden, voorafgaand
aan de eigenlijke belichting, meerdere vrijwel onzichtbare meetflitsen door de
flitser afgegeven. Het gereflecteerde licht van de meetflitsen vooraf, wordt door
de camera geëvalueerd. Overeenkomstig deze evaluatie wordt de flitsbelichting
door de camera aan de opnamesituatie aangepast (zie de gebruiksaanwijzing
van uw camera).
Afhankelijk van het type camera wordt door de flitser, bij de instelling van de
functie TTL in het menu 'Mode', automatisch de standaard TTL-, D-TTL, c.q. i–TTL
flitsfunctie geactiveerd (zie Tabel 1 en Tabel 2)!
Na het opslaan wordt in het display van de flitser voor de D-TTL-, c.q. i-TTL flits-
TTL
functie
aangegeven.
82
, dat in het display
Mode
TTL
en
de flitsfunctie
. Het display schakelt naar de
Het instellen:
Mode
• Druk zo vaak op de toets
'Mode' aangegeven wordt.
• Stel met de toetsen
en
in. Achter de geselecteerde flitsfunctie verschijnt een
balkje.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets
. Het display schakelt naar de
normale weergave terug. Als u niet op de toets
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-
tisch naar de normale weergave terug.
Bij een correct belichte opname licht de aanduiding
van de flitscontrole "o.k.'
gedurende 3 seconden op
(zie 13).
Voor het testen van de TTL-functie moet er zich,
bij analoge camera's, een film in de camera bevinden! Let er op, of er
voor uw camera beperkingen betreffende de filmgevoeligheid, c.q. ISO-
waarde (bijv. maximaal ISO 1000) voor de TTL-flitsfunctie gelden (zie de
gebruiksaanwijzing van uw camera)!
5.3 TTL-invulflitsen
TTL
Met de functie TTL-invulflitsen
BL kunt u bij daglicht lastige schaduwen
ophelderen en bij tegenlichtopnamen een uitgebalanceerde belichting tussen
onderwerp en achtergrond verkrijgen. Een computergestuurd meetsysteem in
de camera zorgt voor de geschikte combinatie van belichtingstijd, werkdiafrag-
ma en flitsvermogen. Bij camera's uit groep C, D en E (zie tabel 1) wordt bij het
gebruik van 'D-AF-Nikor' objectieven bovendien de afstand tot het onderwerp
bij het bepalen van het optimale flitsvermogen meegerekend.
Mode
, dat in het display
TTL
de flitsfunctie
TTL
12 m
Mode
Para
TTL
A
A
Set
F 5.6
AZoom 35
ISO 200
Sel