ofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK", en controleer
het volgende:
• de stroomwaarden van elke fase.
• de inschakeling van de verwarmingselementen.
15 OPLOSSEN VAN STORINGEN
15.1
GLASKERAMIEKPLAAT
Het geselecteerde stralingselement wordt niet warm
Mogelijke oorzaken:
• Controleer de smeltkleppen.
• Hoofdschakelaar van de elektrische voeding niet ingescha-
keld.
• Voedingsspanning onvoldoende, of onjuiste elektrische aan-
sluiting van het apparaat.
• De energieregelaar is defect
• Element defect of slecht aangesloten (interne weerstand do-
orgebrand).
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
15.2
ELEKTRISCHE OVEN
Het apparaat wordt niet warm.
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
• De verwarmingselementen zijn defect.
• De veiligheidsthermostaat is geactiveerd.
• De van de rotor is defect. ( mod.geventileerde oven).
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
16 VERVANGING VAN ONDERDELEN
AANWIJZINGEN VOOR DE VERVANGING VAN ONDER-
DELEN.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit, indien
aanwezig, alvorens welke handeling dan ook te gaan ver-
richten.
• Controleer telkens wanneer er een onderdeel van het gascir-
cuit vervangen is of er geen lekken zijn op de verbindingspun-
ten met het circuit zelf.
• Controleer na de vervanging van een onderdeel van het
elektrische circuit of de verbinding met de bedrading in orde
is.
• Wees voorzichtig bij het vervangen van de stralingselemen-
ten, en bijzonder goed op hij het hanteren en terugplaatsen
van de onderdelen.
16.1
GLASKERAMIEKPLAAT
Vervanging van de stralingselementen
• Verwijder de bodem van het apparaat.
• Vervang de defecte component.
Vervanging van de energieregelaar
• Verwijder de bodem van het apparaat.
• Vervang de defecte component.
Glaskeramiekplaat
• Als de glaskeramiekplaat kapot is, wordt geadviseerd hem bij
ons bedrijf te laten vervangen.
16.2
ELEKTRISCHE OVEN
Vervanging van het verwarmingselement
• Werk vanuit de binnenkant van de ovenruimteof vanaf de
achterkant van het fornuis. Koppelhet verwarmingselement
los en haal deschroeven op de fl enzen los.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de rotor (mod.Geventileerde oven)
• Verwijder de roosters en de interne roosterhouders,haal de
bescherming van de rotor weg.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging de motor van de rotor (mod.Geventileerde
oven)
• Verwijder de bescherming van de rotor weg.
• Demonteer het rugpaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de thermostaat voor temperatuurregeling,
de keuzeschakelaar, het controlelampje en de veiligheids-
thermostaat
• Trek de knop weg.
• Demonteer het frontpaneel.
• Maak het onderdeel los van de bedrading.
• Haal de bol weg uit de steunwinkelhaak in de ovenruimte
(thermostaat).
Vervanging van de deurafdichting.
• Maak hen los (ze zijn aan vastgeduwd aan de uiteinden).
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
17 REINIGING VAN DE INWENDIGE DELEN
• Controleer de conditie van de inwendige delen van het ap-
paraat.
• Verwijder eventuele vuilafzettingen.
• Controleer het dampafvoersysteem en maak het schoon.
18 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
18.1
GLASKERAMIEKPLAAT
• Glaskeramiekplaat
• Controlelampje
• Stralingselementen
• Energieregelaar
18.2
ELEKTRISCHE OVEN
• Keuzeschakelaar
• Regelthermostaat
• Veiligheidsthermostaat
• Verwarmingselement
• Controlelampje
• Motor van de rotor (Geventileerde oven)
• Deurafdichting
39