Verwijderen & Plaatsen van het
accupack
OPMERKING: Deze grasmaaier zal
alleen werken als beide accu's zijn
gemonteerd. Gebruik altijd dezelfde
twee accu's en laad de twee accu's
op hetzelfde moment op.
Als u twee accu's met verschillend
vermogen gebruikt, zal de machine
alleen draaien volgens de laagste
gemeenschappelijke noemer.
BEDIENING
Batterijlaadindicatie op de
machine
Zie bijzonderheden in het gedeelte
ACCUSTATUS
BEANGRIJK:
Als slechts één licht brandt,
dan is de accu te ver ontladen,
zelfs al kan er nog gras gemaaid
worden. Gaat u verder met
grasmaaien terwijl de accu in
deze toestand is, dan vermindert
u de levensduur en de prestaties
van de accu.
Als er geen enkel lampje brandt
is minstens één lampje niet
geheel geïnstalleeerd of defect,
controleer dan of de accu's goed
zijn geplaatst.
80
Starten & Stoppen
Om te starten houdt u de
vergrendelingsknop ingedrukt en
trekt u aan de schakelhendel.
Laat de schakelhendel los om te
stoppen.
Instellen van de maaihoogte
WAARSCHUWING! Stop
en laat de schakelaar los,
voordat u de hoogte verandert.
De messen draaien na het
uitschakelen nog even door en
een draaiend mes kan letsel
veroorzaken. Raak de draaiende
messen niet aan.
Indicator vulniveau graszak
Lege status: flap zwevend (a)
Volle status: flap omlaag (b)
Snoerloze Borstelloze Duwgrasmaaier
Zie Fig. E
Verwijderen/legen van de
grasopvangzak
veiligheidsflap, sluit de uitlaat
voor gebruik. Til nooit de
veiligheidsflap op wanneer de
grasmaaier in gebruik is zonder de
grasopvangbak.
Opslag
BATTERIJ STATUS (Zie Fig. F1)
Zie Fig.F1
•
Druk vóórdat u start of na gebruik de knop in
naast het vermogensindicatielampje op de
machine om de accucapaciteit te controleren.
De accucapaciteit zal automatisch door de
accuvermogensindicator worden aangegeven.
•
De indicator controleert en toont de accutoestand
als volgt.
•
Laad de machine op met 2 batterijpakken
met verschillende AH, toont het
vermogensindicatielampje de accutoestand van
de accu die het minste vermogen bevat.
Indicatie voor de
status van het
accuvermogen
Vijf groene
lampjes (
branden.
Zie Fig. F2,
F3
Twee, drie of vier
groen lampjes
branden.
Er brandt maar
één groen lampje
Zie Fig. G
(
Er brandt geen
enkel lampje.
Er brandt maar
één lampje
tweemaal per
Zie Fig. H1
cyclus.
Er brandt maar
één lampje
driemaal per
cyclus.
WAARSCHUWING!
Controleer altijd de
Accustatus
De twee accu's zijn geheel
)
opgeladen.
De twee accu's hebben rest-
vermogen. Hoe meer lampjes
oplichten, hoe meer accuver-
mogen.
Minstens één accu is leeg en
moet worden opgeladen.
)
Minstens één accu is niet
geheel geïnstalleerd of de accu
is defect.
Tenminste één accu is te
ver ontladen (raadpleeg de
oplaadstatus van de accu).
Laad de twee accu's tegelijk op
voordat u ze opnieuw gebruikt
of opslaat.
Minstens één accu is heet.
Wacht totdat hij is afgekoeld,
voordat u opnieuw opstart.
Zie Fig. H2
Zie Fig. I1, I2
NL