2.
De ventielgreep
gaspatroon aansluit.
3.
Controleer de afdichtingen voordat u een nieuw gaspatroon
gasbrander niet als de afdichtingen stuk of versleten zijn.
4.
De schroefdraad van zowel het gaspatroon als het ventiel moeten in tact zijn. Mochten
deze beschadigd zijn of niet goed zitten, dan dient u het gaspatroon te vervangen. Als het
ventiel beschadigd is mag u de gasbrander NIET gebruiken.
5.
Controleer de slang (dat deze niet geknikt of plat gedrukt is en voorkom het draaien
van de flexibele slang) en de aansluiting met de brander, zodat u weet dat deze niet
beschadigd is.
HET FORNUIS KLAARMAKEN
VOOR GEBRUIK.
gasbrander op een stabiel, plat oppervlak staat, zonder brandbaar mate-
riaal in de buurt. Controleer de stabiliteit! Als u de gasbrander omstoot
terwijl er pannen op staan, loopt u het risico om brandwonden op te
lopen door hete vloeistoffen.
1.
Denk eraan dat sommige onderdelen erg heet zullen worden, dus ga voorzichtig met de
gasbrander om. Zet de gasbrander niet op een gevoelige ondergrond zonder gebruik te
maken van de bijgeleverde grond beschermer.
2.
Vouw de pan steun uit voor de pan die u wilt gebruiken. Als de pan niet in het wind-
scherm past, let er dan op wanneer u de pan vast wilt pakken. Het kan erg heet zijn!
op de brander moet dicht gedraaid worden (met de klok mee) voordat u het
Belangrijk:
aansluit. Gebruik de
Let erop dat de