minuten mist en stopt gedurende 5 minuten, het werkt in dergelijke cycli.
10: wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knippert "10" gedurende 5 seconden, maakt vervolgens het display leeg, spuit
gedurende 10 minuten en stopt gedurende 10 minuten, het werkt in dergelijke cycli.
Zie figuur 6.
HET VOCHTIGHEIDSNIVEAU INSTELLEN
Wanneer het apparaat werkt, drukt u op de continue bevochtigingsknop (7D), u kunt de vochtigheidswaarde instellen in het bereik van
40-90% relatieve vochtigheid, elke volgende druk verhoogt de waarde met 5%. Zodra het vochtigheidsniveau is ingesteld, bevochtigt
het apparaat continu tot het gewenste niveau. Wanneer de gewenste luchtvochtigheid is bereikt, gaat het apparaat in de stand-
bymodus en stopt met het verstuiven van de nevel totdat de luchtvochtigheid daalt tot 5% onder de gewenste luchtvochtigheid. In dit
geval zal het apparaat weer automatisch de nevel gaan spuiten. Zie figuur 5. Wanneer u de gewenste vochtigheidswaarde instelt,
knippert dit nummer, wanneer de selectie is voltooid, stopt het knipperen na 5 seconden. Het display (8) toont afwisselend de huidige
luchtvochtigheid en temperatuur in de ruimte.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Koppel het apparaat los voordat u het schoonmaakt. Als er nog wat water in het waterreservoir (6) zit, giet dit dan weg door het
waterreservoir (6) te kantelen. Zie figuur 2.
OPMERKING: Het is belangrijk om het waterreservoir (6) correct te plaatsen bij het uitgieten van het water. De juiste positie wordt
verkregen als de luchtuitlaat (16) droog blijft en de waterstroom wordt geleid door de tegenoverliggende rand van de watertank (6). Zie
figuur 2.
2. Reinig het waterreservoir om de 3 dagen.
3. Na een tijdje gebruik van het apparaat wordt kalk gemakkelijk afgezet en wordt het fenomeen "wit poeder" gevormd, het wordt
bevestigd aan het oppervlak van de verstuivingstransducer (17), wat de bevochtigingsprestaties beïnvloedt. Het is noodzakelijk om de
hoofdelementen regelmatig schoon te maken. Zie afbeelding 7 voor het reinigen van de belangrijkste onderdelen.
* Open het deksel van het waterreservoir (2), verwijder het waterreservoir (6).
* Voeg de juiste hoeveelheid water toe, reinig het apparaat met het reinigingsborsteltje (12).
* Veeg de vernevelingstransducer (17) schoon met een wattenstaafje gedrenkt in een oplossing van citroenzuur en raak het niet aan
met scherpe, harde voorwerpen.
* Veeg de binnenkant van het waterreservoir (6), het nevelluchtkanaal (5) en de deksels schoon met een zachte, droge doek.
4. Gebruik geen wasmiddel om schoon te maken, clanwater is beter.
5. De buitenkant van de behuizing van het apparaat kan met een vochtige doek worden gereinigd en vervolgens met een schone doek
worden drooggeveegd. Gebruik geen chemische oplosmiddelen, benzine, kerosine of polijstpoeder om het oppervlak schoon te vegen.
6. Laat tijdens het reinigen geen water in de behuizing komen om defecten aan interne componenten te voorkomen.
7. Reinig het apparaat voor elk gebruik.
OPSLAG
1. Bewaar het apparaat bij seizoensopslag leeg, schoon en droog.
2. Bewaar in een stofdichte zak op een droge plaats.
PROBLEEMOPLOSSEN
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de volgende mogelijke oorzaken voordat u het opstuurt voor service om de problemen
zelf op te lossen.
PROBLEEM I.: het display (8) licht niet op.
MOGELIJKE OORZAAK VAN PROBLEEM I: De voeding is niet goed aangesloten.
OPLOSSING I: Sluit het netsnoer aan en schakel de stroom in.
PROBLEEM II: er is water in de tank, maar het apparaat vernevelt de nevel niet of er is weinig nevel
MOGELIJKE OORZAAK VAN PROBLEEM II: te veel kalkaanslag op de verstuivingstransducer (17)
OPLOSSING II: reinig de afzettingen van de vernevelingstransducer (17)
PROBLEEM III: Niet genoeg mist
MOGELIJKE OORZAAK VAN PROBLEEM III:
IIIa. Er zit te veel witte aanslag op de spraytransducer (17).
IIIb . Het water is te vuil of te lang bewaard
IIIc. Het nevelvolume is op een laag niveau ingesteld
PROBLEEM OPLOSSING III:
IIIa. reinig de witte schaal op de spraytransducer (17)
IIIb . Schakel over op schoon water
IIIc. Stel het nevelniveau hoger in
PROBLEEM IV: Abnormaal geluid
MOGELIJKE OORZAAK VAN PROBLEEM IV:
IVa . Er zit niet genoeg water in de tank
IVb . Het stoot tegen het tafelblad, waardoor het gaat trillen
PROBLEEM OPLOSSING IV:
67