in die gevallen waarbij
grote metalen
voorwerpen
een
normale
ont-
vangst
onmogelijk
maken,
kan
het
nuttig
zijn een
extra
lange
antenne
aan te sluiten op de "AM ANTENNA"'-aansluiting.
Hier-
voor kan men het beste een enkele draad toepassen van bijvoorbeeld
9 meter
lengte, die horizontaal
buiten
het gebouw
geïsoleerd
moet
worden opgehangen.
FM ANTENNE
In gebieden met grote veldsterkten, zal de bijverpaktedipool-kamer-
antenne
zeker
bevredigende
ontvangst
geven
van
de meeste
FM
zenders.
De dipool-kamer-antenne
moet
men verbinden met de FM
aansluiting,
die op de achterzijde te vinden
is.
De meegeleverde
dipool moet men volledig ontvouwen tot er een T-figuur gevormd is.
De beste FM
ontvangst wordt bereikt indien de T-vorm loodrecht
staat op de zenderrichting.
Woont men in een ongunstig gebied met
kleine signaalsterkten
en/of veel storing dan
is een
yagi of een loga-
ritmisch-periodieke
antenne
aan te bevelen.
Deze antennes bezitten
een grote versterkingsfactor en zijn bovendien zeer richtinggevoelig
waardoor
storingen en nadelige gereflecteerde signalen (multipath-
vervorming) vrijwel niet ontvangen worden.
300 ohm
75ohm
АМ (middengolf) antenne
lintlijn
coaxial
(6—10 meter geïsoleerd draad)
Richting van
de zender
FM antenne
buiten het huis
REGELORGANEN
O
AAN/UIT SCHAKELAAR
In
ingedrukte
toestand
zet deze
schakelaar
de netspanning
op de receiver.
Het apparaat is uitgeschakeld als genoemde
schakelaar naar voren is gesprongen.
(2)
LUIDSPREKERSCHAKELAARS
A/B
Deze schakelaars maken 4 luister-condities mogelijk.
A:
Bij ingedrukte A-schakelaar wordt de audio-enregie toege-
voerd
aan
de luidsprekers
die verbonden
zijn met de A-aan-
sluitingen op de achterwand.
B:
Bij ingedrukte
B-schakelaar wordt de audio-energie toe-
gevoerd
aan de luidsprekers
die verbonden
zijn met de B-
aansluitingen op de achterwand.
Worden
beide
schakelaars
ingedrukt
dan
spelen
alle luid-
sprekers, verbonden met de A en B aansluitingen.
Worden de
A en
B schakelaars
uitgeschakeld
(de knoppen
steken dan
zoveel mogelijk naar voren) dan is er geen luidsprekerweer-
gave
meer.
Alleen
de hoofdtelefoon,
aangesloten
op de
Phone-jack
(op de rechterkant van het apparaat) produceert
dan nog geluid.
Omdat elk signaal, ongeacht de schakelaar-
keuze,
altijd
naar
genoemde
jack
wordt
gevoerd,
wordt
aanbevolen
de
hoofdtelefoon
te verwijderen
indien
deze
buiten gebruik is. Men voorkomt hiermede overbelasting en
eventueel defect raken van de hoofdtelefoon.
26
DIGITALE FREQUENTIE-AFLEZING
EN INDICATORS
In het terugwijkende
paneel zijn vier indicators ingebouwd.
Frequentie-aflezing:
D.m.v.
een
LED-indicatie
wordt direct
de drequentie aangegeven waarop de tuner is afgestemd.
Signaalsterkte-indicator:
Toe te passen voor afstemming op
AM
(middengolf).
Deze
indicator
geeft ook
de relatieve
signaalsterkte
of AM
én
FM
aan.
Indien
het inkomend
signaal
groter wordt, beweegt
de indicator
van
links naar
rechts.
Center Tuning Indicator:
Deze indicator dient om
bij een
FM
zender
precies op
het midden
van
de curve af te stem-
men.
Regel de Tuning Control 5) zodanig af tot beide LED's
vis-à-vis oplichten.
SOURCE SELECTOR
Deze
schakelaar
kiest het programma
dat de receiver
moet
weergeven,
mits de 'Tape
Monitor"
schakelaars
1/2 in de
"Source" stand zijn gezet (= voorste positie).
Phono:
Deze schakelstand kiest de uitgangsspanning van een
stereo platenspeler die aangesloten is op de "Phono''-ingang
op de achterzijde van de receiver.
FM:
Deze
schakelstand
kiest automatisch
FM-stereo-ont-
vangst.
FM
+ MPX
Filter:
Hierbij komt een schakeling in werking
die
hoge-frequentie-ruis
reduceert
tijdens
FM-stereo-ont-
vangst van een zwak binnenkomende
zender.
Dit filter tast
niet de frequentie-weergave
aan maar beïnvloedt geleidelijk
de stereo-scheiding van de hoge frequenties.
AM:
In deze stand ontvangt men AM (middengolf).
Aux:
In deze stand wordt het signaal van een extra apparaat,
aangesloten op de Aux ingang, weergegeven.
AFSTEMMING
Met de Tuning
Control
kan op het AM
of FM bereik een
zender ingesteld worden.
Zie hiervoor 3).
TAPE MONITOR SCHAKELAARS
1/2
Met deze schakelaars
kiest men
de uitgangssignalen van een
bandrecorder
of bandrecorder-dek
die
toegevoerd
worden
aan de "Tape Play 1" of "Tape Play 2" aansluitingen.
Het
programma
gekozen
door de "Source
Selector"
4) wordt
alleen
door
de luidsprekers
weergegeven
indien
eerstgeno-
emde schakelaars op "uit" staan (Source).
Indien deze twee
schakelaars
gelijktijdig
ingedrukt worden,
kan men
bandre-
corder-opnamen
van
een
bandrecorder
1 kopiëren
op een
bandrecorder
2.
Zie
hierna
"Toepassing
van
een
band-
recorder'.
TOONREGELINGEN
VOOR HOGE EN LAGE TONEN
Hiermede kan men de toonbalans van het geluid instellen.
Bass:
Maakt de weergave van de lage tonen sterker of zwak-
ker.
Treble:
Met deze regelaar kan men de weergave-sterkte van
de hoge tonen beïnvloeden.
HOGE TONEN
FILTER
Hiermede
kan men hinderlijke ruis uit het weergegeven pro-
gramma verwijderen.
Die hinderlijke ruis treedt soms op bij
afspelen
van
slechte
grammofoonplaten
of bandrecorder-
banden met een veel to hoge ruis. Aangezien alle frequentie-
filters enige
invloed hebben op de weergave, moet men
ze
alleen
gebruiken
indien
hinderlijke ruis aanwezig is.
Door
indrukken van de schakelaar wordt het filter werkzaam.
FM MUTE
Met deze schakelaar
komt een "'muting circuit' in werking,
waardoor ruis, ontstaan tijdens het afstemmen tussen de FM
zenders, verdwijnt.
Luistert men
naar een zwakke zender,
dan moet deze schakelaar uit staan, omdat anders het zwakke
signaal nog meer verzwakt zou worden.
STEREO-MONO SCHAKELAAR
Deze schakelaar bepaalt hoe de weergave via het linker- en
rechterkanaal plaats vindt.
Stereo
(schakelknop
naar voren):
In deze stand krijgt men
stereo-weergave van elk stereo-programma.
Ook krijgt men
in deze stand automatisch
stereo-ontvangst van de FM om-
roepzenders.
Mono
(schakelaar ingedrukt):
Programma's, toegevored aan
linker-
en
rechterkanaal
worden
samengevoegd
en
gelijk-
tijdig door beide kanalen weergegeven.
@
"LOUDNESS" SCHAKELAAR
Bij een laag luister-niveau neemt ons gehoor te weinig lage en
te weinig hoge tonen waar.
(Fletcher-Manson
karakteristie-
ken).
Bovengenoemde
schakelaar
compenseert
in zijn "ON"
stand deze ongunstige gewaarwording
door de lage en hoge
tonen extra te versterken.
®
VOLUME/BALANCE
REGELAARS
Deze
regelaars zijn concentrisch
t.o.v. elkaar opgesteld:
de
kleine knop regelt het volume, de grote knop (dichter op het
frontpaneel) regelt de balans tussen linker- en rechter kanaal.
Volume:
Deze knop regelt gelijktijdig de weergave-sterkten
van linker- en rechter kanaal.
Balance:
Met deze knop kan men
de weergave-sterkte van
linker- en rechter
kanaal
t.o.v. elkaar instellen.
Voor een
gelijke weergave
van beide
kanalen dient deze knop in zijn
midden (=12 uur)-stand te staan.
GEBRUIKSAANWIJZING
Nadat volgens bovenstaande
aanwijzingen de receiver geinstalleerd
en aangesloten is gaat men als volgt te werk:
AM (MIDDENGOLF)
ONTVANGST:
Zet de "Program Selector 4) in zijn AM stand.
Draai de "Tuning
Control" op de gewenste zender.
Een AM zender is juist afgestemd
indien de "Signal Strength'' indicator maximale uitslag geeft.
Geef
ook
de AM
Ferriet-staaf-antenne
de stand
voor
maximaal
signaal.
Bij AM
ontvangst
zijn de "FM
Mute"
schakelaar 9), de "Mode"
schakelaar 10) en de "ЕМ Center Tuning'' indicator buiten gebruik.
FM ONTVANGST:
Zet de "Program Selector'' 4) in zijn FM stand.
Draai de "Tuning
Control!" op de gewenste FM zender.
De receiver schakelt automati-
sch van mono-
op stereo-verking indien op een FM stereo-omroep-
uitzending is afgestemd.
Hiervoor moet wel de "Mode" schakelaar
in de ''Stereo''-stand staan.
Stereo-uitzendingen
vorden zichtbaar
gemaakt door de oplichtende ''Stereo''-indicator die in het "display"
3) is opgenomen.
Indien men naar zwakke zenders luistert kan de
"Program''-kiezer in de "FM
+ MPX
Filter"-positie gezet worden;
de achtergrond
ruis wordt dan belangrijk kleiner omdat de buiten-
fase-ruis uitgeschakeld wordt.
TOEPASSING
VAN EEN BANDRECORDER:
Wil men een bespeelde bandrecorder-band
beluisteren, dan moet de
"Таре Monitor" schakelaar ingeschakeld worden en de band op de
gewenste
bandrecorder
afgespeeld
worden.
Voor
het opnemen
van
een
stereo-programma
kieze
men
het gewenste
programma
d.m.v.
de "Program Selector" 4).
Hierdoor ontstaat er een recordersignaal
op de 'Tape 1 Rec" en "Tape 2 Rec." uitgangen.
Wilt U controle
uitoefenen
op het programma
dat opgenomen
wordt, druk dan de
"Таре
1 Monitor"
of "Tape
2 Monitor"
schakelaar
in.
Wil men
gelijktijdig twee
bandrecorders
of twee
bandrecorder-dekken
toe-
passen dan gaat men ook als boven omschreven
te werk.
Indien men
echter het op te nemen programma will controleren moet men niet
de "Таре 1 Monitor" 6) schakelaar bedienen, omdat dan het signaal
van bandrecorder 1 in bandrecorder 2 terecht komt.
KOPIÉREN VAN BANDOPNAMEN:
Wanneer
men
de weergave van bandrecorder
1 (Tape Deck 1) wil
kopiéren op bandrecorder
2 (Tape Deck 2) dan gaat men als volgt
te werk:
Controleer
eerst of de in -en uitgaande verbindingen
naar
"Tape
1 Вес" еп "Tape 2 Rec"
respectievelijk "Tape
1 Play" en
"Tape
2 Play" juist zijn.
Druk gelijktijdig de knoppen
"Tape
1
Monitor'' en "Таре 2 Monitor"
6) in.
Speel de band af op band-
recorder
1 of bandrecorder-dek
1 en maak
een opname
d.m.v.
bandrecorder 2 of bandrecorder-dek 2.
27
HOOFDTELEFOONS:
De
СВ-80$
receiver
is voorzien
van
een
6,35 fono-contra-steker
waarin
een
amerikaans/japanse
6,35 mm
stereo-steker past.
Elke
laag-ohmige (4—16 ohm) of middel-ohmige (200—2000 ohm) hoofd-
telefoon
kan aangesloten
worden.
Door de luidsprekerschakelaars
A en B 2) naar voren te laten springen zullen alle luidsprekers geen
geluid meer geven.
REPARATIE-A
D VIEZEN
Het
onderstaande
is bedoeld
als een
hulp voor
het oplossen
van
eventuele problemen optredend
in Uw stereo-installatie.
Hoewel
de geadviseerde voorzieningen
nogal simpel lijken, zijn ze
als
regel
toch
voldoende,
waardoor
terugzenden
van
Uw
receiver
naar de leverancier niet nodig is.
PROBLEEM
AANBEVOLEN
OPLOSSING
Met ingeschakelde
Controleer
of het netsnoer
wel
goed
in
netschakelaar werkt de
het stopcontact
(wandcontactdoos)
zit.
receiver niet.
Kijk ook of de receiver wel op de juiste
netspanning is ingesteld.
Controleer
de
luidsprekerkabels
op on-
derbreking
of kortsluiting.
Controleer
gave van geluid of een
of de luidspreker
(speaker)
schakelaars
ander wijze van func-
en
de
'Tape
Monitor'
schakelaars
in
tioneren.
hun juiste stand staan.
Geen weergave op één
Verwissel de luidsprekerkabels.
Men kan
kanaal.
dan
vaststellen
of de fout in de luid-
spreker of de kabel zit.
Indien de fout
alleen
optreedt
tijdens
weergave
van
grammofoonplaten
moet
men
de ver-
binding naar de platenspeler controleren.
Genoemde
fout
kan
ook
veroorzaakt
worden door een slechte verbinding met
het pick-up element.
Verwissel van de
platenspelerkabel
de aansluiting met de
linker en rechter ingang.
Men
kan dan
'aststellen of het zelfde kanaal onwerk-
zaam blijft.
Grammofoonplatenweer-
Licht de pick-up arm van de plaat.
Verd-
gave met ruis of kras-
wijnt de storing dan kan deze van een
geluiden.
slechte
grammofoonplaat
komen.
Ook
kan
een
onbetrouwbaar
contact
in het
pick-up
element
of zijn bedrading
de
oorzaak
zijn.
Een
"aard"
verbinding
tussen
het
mechanisme
van
de platten-
speler еп de "GROUND"
aansluiting van
de receiver kan ook verbetering geven.
Brom, alleen tijdens
Controleer
of
de
platenspelerkabel
zo
grammofoonplatenweer-
diep
mogelijk
in de "PHONO"
ingang
gave.
zit.
Beweeg
de
betreffende
aansluit-
kabel,
treedt
hierbij
nu
en
dan
een
foutloze weergave op dan is de afscherm-
ing van de kabel verbroken.
Brom op andere ingangen.
Controleer kabels en verbindingen. Steek
de
netsteker
andersom
in het stopcon-
De indicator licht op
maar er is geen weer-
tact.
Slechte AM ontvangst.
De gunstigste
stand van de AM
ferriet-
antennestaaf
uitproberen.
Plaats
de
receiver
niet
in de
buurt
van
metaal.
Een
slechte
AM
ontvangst
ontstaat
indien
er aluminium
folie, metalen
be-
tengelingen
of een
stalen
frame
in de
omgeving
staan.
In die gevallen
dient
men
een
lange
buiten-antenne
toe
te
passen (Zie de sectie "Antennes'').
Controleer
de
uitwendige
antenne-ver-
binding.
Installeer een goed ontworpen
antenne
(Zie de
sectie
Antennes").
Draai de antenne tot maximale ontvangst
wordt verkregen.
Slechte FM ontvangst.