je enkele malen proberen om het toestel uit en terug in te schakelen. Wanneer de code zich blijft
herhalen, moet je contact opnemen met de servicedienst.
·
NOTA: installeer altijd eerst de drainage afsluiting, voordat je het toestel terug aanzet.
REINIGING
·
Verwijder steeds de stekker uit het stopcontact alvorens het toestel te reinigen.
·
Gebruik geen chemische of schurende producten om het toestel te reinigen.
·
Was het toestel nooit met water of een andere vloeistof, dit kan elektrocutie tot gevolg hebben.
·
Wanneer het elektrisch snoer beschadigd is, moet het vervangen
of hersteld worden door de dienst na verkoop van de fabrikant of
een gekwalificeerd persoon.
Luchtfilter
·
Reinig de luchtfilter minstens om de 2 weken. Om te voorkomen
dat de ventilator slecht gaat werken door stof in de filter.
·
Reinig de filter in lauw water met een mild detergent. Spoel de
filter grondig en laat deze aan de lucht drogen.
·
Als de filter volledig droog is, kan je deze terug in het toestel
plaatsen.
Behuizing
Gebruik een vochtige, zachte doek en een beetje mild detergent om de buitenkant van het toestel te
reinigen. Maak het toestel achteraf grondig droog met een zachte, droge doek.
Opbergen
Voor je het toestel opbergt voor een langere tijd, kan je best eerst het volgende doen, om schade aan het
toestel te voorkomen:
·
Verwijder al het water uit het toestel met behulp van de drainage.
·
Zet het toestel daarna aan op de FAN-instelling. Laat het toestel gedurende een halve dag in een
verwarmde ruimte werken. Zo kan het toestel volledig drogen aan de binnenkant en voorkom je
schimmelvorming.
·
Zet het toestel uit, verwijder de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterijen uit de
afstandsbediening.
·
Maak de filter schoon en plaats deze terug in het toestel.
·
Berg het toestel op in een droge, donkere ruimte.
PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
Het toestel werkt niet wanneer je op de ON/OFF - toets drukt.
·
Op het display staat P1: verwijder het water uit het toestel.
·
De kamertemperatuur is lager dan de ingestelde temperatuur. Pas de temperatuur op het toestel aan.
De ruimte koelt niet voldoende af.
·
De ramen en deuren zijn niet gesloten. Zorg ervoor dat alle ramen en deuren gesloten zijn.
·
Er zijn warmte producerende toestellen in de ruimte. Verwijder indien mogelijk de warmtebronnen.
·
De luchtuitlaatslang is niet aangesloten of geblokkeerd. Sluit de slang aan en zorg ervoor dat ze naar
behoren kan functioneren.
·
De ingestelde temperatuur is te hoog. Pas de ingestelde temperatuur aan.
12
DO1034A