LYTEQUEST WASH7 Manual Del Usuario página 11

ORIËNTATIE
Dit apparaat kan in elke positie worden geplaatst, mits er voldoende ruimte is voor ventilatie
NAVIGATIE OP HET BEDIENINGSPANEEL
Toegang tot de functies van het bedieningspaneel met behulp van de vier paneelknoppen direct onder
het display.
MENUKAART
Het apparaat ondersteunt zes verschillende bedrijfsmodi, waarvan vele met submodi. Gebruik de toets
"MODE / ESC" om het menu te selecteren.
De "UP" en "DOWN" knoppen bevestigen elke selectie. Na enkele seconden zal het LED-display
tijdens de werking omslaan totdat een andere toets op de ingebouwde programmamodus wordt gedrukt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Instellen van de maximale panning hoeken
Om te selecteren gebruikt u de toets "MODE / ESC" en kiest u "PA18", "PA36" of "PA54".
De UP en DOWN knoppen vallen samen tussen alle beschikbare PAN hoeken.
Druk op de toets "ENTER" om uw keuze te bevestigen.
Gebruik de toets "MODE / ESC" en kies "t.9", "t.18" "UP" en "DOWN" vallen samen tussen alle
beschikbare kantelhoeken.
Druk op de "ENTER" knop om de gekozen selectie te bevestigen.
INSTELLING OMGEKEERDE OF NORMALE PAN
Om te selecteren gebruikt u de toets "MODE / ESC" en kiest u "Pan" (normaal) of "Pan" (omgekeerd).
De UP en DOWN knoppen wisselen tussen de twee instellingen. Druk op de toets "ENTER" om uw
keuze te bevestigen
OMGEKEERDE OF NORMALE KANTELINSTELLING
Om te selecteren gebruikt u de MODE / ESC toets en kiest u t. L (normaal) of rt. l (omgekeerd). De UP
en DOWN toetsen vallen samen tussen de twee instellingen. Druk op de "ENTER" toets om de gekozen
selectie te bevestigen
20
OMGEKEERDE INSTELLING OF NORMALE LED WEERGAVE
Om te selecteren gebruikt u de MODE / ESC toets en kiest u d.s (normaal) of rd.s (omgekeerd). De
UP en DOWN toetsen vallen samen tussen de twee instellingen. Druk op de ENTER toets om de
gekozen keuze te bevestigen.
AUTOMATISCHE SLAGMODUS
Een van de twee Auto Run submodi kan worden geselecteerd met een vooraf ingestelde snelheid.
Met deze modus kan het toestel optreden als master voor andere slave-toestellen.
Selecteren van de Auto Run submodi
Om te selecteren gebruikt u de MODE / ESC toets om NAFA of NASL weer te geven.
De UP en DOWN knoppen wisselen tussen de twee oorspronkelijke opties. Met de juiste optie
geselecteerd, gebruik ENTER om te bevestigen en de LED display verandert in "FAST" of "SLOW".
Het toestel werkt dan op de geselecteerde snelheid.
Snel
Langzaam
GELUID GEACTIVEERDE MODUS
Het toestel reageert op het geluid dat door het toestel in de microfoon wordt opgevangen om een
lichtshow te creëren. Met elk vertakkend geluid kunnen de kleuren en de positie van de effecten
worden gewijzigd. Met deze modus kan het toestel als master fungeren voor andere slave-toestellen.
Selecteren van het actieve geluid
Om te selecteren gebruikt u de MODE / ESC toets en kiest u NSTS.
Wanneer de ENTER knop wordt ingedrukt, verandert de LED display in SrUn en komt het apparaat in
de geluidsgeactiveerde modus.
Geluid
Slavenmodus
Tot 32 toestellen kunnen in cascade worden geschakeld, waarbij één toestel als master fungeert en
elk ander aangesloten toestel als slave.
De slave-eenheden werken allemaal synchroon met de master-eenheid zonder dat er een extra
controller nodig is. Verbindingen kunnen worden gemaakt met DMX-standaard besturingskabels met
de master-eenheid in actieve modus en geplaatst aan het begin van de keten.
Selecteren van de slavemodus
Gebruik om te selecteren de MODE / ESC toets en kies NSTS
Wanneer de "ENTER" knop wordt ingedrukt, verandert de LED display in "SOUND" en zal de
armatuur een slaaf zijn van het stuursignaal van een master unit.
Snelle automatische run
Trage automatische slag
Geluid geactiveerd
21