1. Schakel het apparaat in op DAB-modus.
2. Houd de toets START/PAUZE ingedrukt om een automatische scan naar de beschikbare stations te
starten.
Handmatige scan
1. Schakel het apparaat in op DAB-modus.
2. Houd de toets MENU/INFO ingedrukt om de menubedieningen te openen.
3. Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE totdat "Manual tune" (Handmatig afstemmen) wordt
weergegeven en druk vervolgens op de toets SELECT.
4. Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE om het gewenste kanaal (5A-13F) te selecteren en druk
ter bevestiging op de toets SELECT.
5. U kunt een ander kanaal (5A-13F) selecteren door op de toets VORIGE of VOLGENDE en
vervolgens ter bevestiging op de toets SELECT te drukken.
6. Druk op de toets MENU/INFO om de handmatige scan te verlaten.
Afstemmen
Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE om de informatie weer te geven van het volgende station.
Druk vervolgens op de toets SELECT om binnen enkele seconden op dit station af te stemmen.
DAB-stationsgeheugens opslaan
U kunt tot op 20 DAB-stations opslaan.
1. stem af op het station dat u wilt opslaan.
2. Houd de toets PRESET ingedrukt om de opslagfunctie voor stationsgeheugens te openen.
3. Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE om een geheugennummer te kiezen waar u het station
wilt opslaan.
4. Druk vervolgens op de toets SELECT om op te slaan.
DAB-stationsgeheugens herroepen
1. Druk meerdere keren op de toets PRESET om te wisselen tussen de verschillende opgeslagen
kanalen.
2. U kunt ook op de toets VORIGE of VOLGENDE drukken (of de afstemknop draaien) en vervolgens
op de toets SELECT drukken om af te stemmen op een ander opgeslagen kanaal.
DAB-stationsinformatie weergeven
Er zijn 9 soorten informatie beschikbaar, zoals hieronder aangegeven. Druk meerdere keren op de toets
MENU/INFO om van scherminformatie te wisselen.
1. Scrollende radiotekst
Deze tekst bestaat uit muziektitels of programmadetails verstrekt door de zender.
2. Signaalbalk
Sterkte van het overdrachtsignaal. Hoe meer gevulde blokjes, hoe sterker het ontvangen signaal.
Het lege blokje aan de linkerzijde is een drempelwaarde en de ontvangen signaalsterkte dient deze
drempelwaarde te overschrijden. Pas de antennepositie aan om de ontvangst te verbeteren.
3. Soort programma (PTY):
24