Datamars Patriot PMX350 Instalación página 48

Energizador
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 9
Vereisten voor elektrische weide-afrasteringen
In overeenstemming met bijlage BB, deel BB.1 van IEC 60335-2-76
Elektrische weide-afrasteringen en de bijbehorende apparatuur moeten zodanig
worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden dat het gevaar voor mensen, dieren en
hun omgeving zoveel mogelijk wordt verminderd.
Elektro-afrasteringsconstructies waarbij het gevaar groot is dat mensen of dieren erin
vastraken, dienen te worden vermeden.
LET OP!
Raak elektrische afrasteringsdraden vooral niet met het hoofd, de nek of
de romp aan. Klim niet over een meerdraads elektrische afrastering heen, niet
erdoorheen en niet eronderdoor. Gebruik een poort of een speciaal ontworpen
overgang.
Een elektrische weide-afrastering mag niet op twee of meer afzonderlijke toestellen of
op onafhankelijke afrasteringscircuits van hetzelfde toestel worden aangesloten.
De afstand tussen de draden van twee elektrische weide-afrasteringen die door
gescheiden toestellen met onafhankelijke impulsen worden gevoed, moet minstens
2,5 m bedragen. Als deze opening moet worden gesloten, dienen hiervoor elektrisch
niet-geleidende materialen of een geïsoleerde metalen afscheiding te worden gebruikt.
Prikkeldraad of scheermesdraad mag niet door een toestel worden geëlektrificeerd.
De stroomvoerende draad of draden van een elektrische weide-afrastering kunnen met
een niet-stroomvoerende afrastering met prikkeldraad of scheermesdraad worden
aangevuld. De steuninrichtingen van de stroomvoerende draden dienen zo te worden
geconstrueerd dat tussen de stroomvoerende draden en het verticale vlak van de niet-
stroomvoerende draden een minimum afstand van 150 mm is gegarandeerd. Het
prikkeldraad en scheermesdraad dienen op regelmatige afstanden te worden geaard.
Volg onze adviezen over het aarden op.
48
loading