Wij bevelen het gebruik aan van een zuigleiding met een bodemventiel.
Gebruik voor de waterdichte aansluiting Teflon tape (12 - 15 lagen)
(fig. 6). Verzeker u ervan dat er op het aanzuigpunt voldoende water is
en dat het gebied van de zuigleiding altijd onder het waterniveau blijft.
Aangezien de maximale aanzuighoogte van de zelfaanzuigende
pompen 8 meter is, is de maximale toegestane hoogte van het
apparaat ten opzichte van het wateroppervlak op het punt van
aanzuiging 8 meter. Het horizontale deel van de zuigleiding moet
altijd een stijgende lijn volgen vanaf het punt van aanzuiging naar
het apparaat toe, om de vorming van luchtbellen in de leiding, die
de werking van het apparaat (fig. 7) in gevaar zouden brengen, te
voorkomen.
Installeer tussen de zuigleiding en de zuigaansluiting (A1) een
voorfilter, tenzij het apparaat een ingebouwd voorfilter (A1 b) heeft.
6.3
Vulling van het apparaat
Voor de montage van de persleiding moet u het pomphuis (A4) en de
zuigleiding volledig via de persaansluiting (A2) met water vullen. Het
vullen is ook mogelijk via de vuldop (A2 b), indien aanwezig (fig. 8).
Tijdens het vullen van het pomphuis (A4) vormen zich luchtbellen
die kunnen worden verwijderd door het apparaat iets in verschillende
richtingen te kantelen. Vul het opnieuw en herhaal dit tot het water vlak
onder de vulopening staat.
Als het apparaat is uitgerust met een ingebouwd voorfilter moet u ook
via de voorfilterkap (A1 b) water invoeren. Open de kap, voeg water
toe tot aan de rand en sluit de kap weer met de hand vast (fig. 8).
6.4
Montage van de persleiding
De aansluiting van de persleiding bevindt zich aan de bovenzijde
van het apparaat (A2). De leiding moet worden aangesloten op
een flexibele leiding of buis met de grootst mogelijke diameter
(ten minste 19 mm, ¾ inch). Kleinere diameters zullen het debiet van
het apparaat drastisch verminderen. Gebruik voor de waterdichte
aansluiting Teflon tape (12 - 15 lagen) (fig. 9).
In een huishoudelijke pompsysteem staan de verbonden leidingen
permanent onder druk. Om deze reden raden wij aan om bij de
aansluiting op een vast distributienetwerk een versterkte flexibele
leiding te gebruiken die in staat is om deze permanente druk te
NL
weerstaan.
Let op - gevaar!
Het gebruik van irrigatieleidingen of flexibele zuigleidingen aan de perszijde
van het apparaat is niet toegestaan wanneer de leidingen onder permanente
druk staan omdat als gevolg van de constante druk, de slijtage en vermoeiing
van het materiaal, deze al na korte tijd kunnen barsten of scheuren.
Irrigatieleidingen mogen alleen worden gebruikt als ze niet constant onder
druk staan, bijvoorbeeld wanneer zij na een afsluitkraan of een kraan van de
waterleiding worden geïnstalleerd en in ieder geval alleen buiten.
6.5
Veiligheidsmaatregelen
De bediener moet in geval van storingen van het apparaat of van
externe apparaten schade door overstromingen van de ruimten
of door andere oorzaken, met passende maatregelen uitsluiten
(bv. de installatie van een overstromingsbeveiliging, alarmsysteem,
reservepomp, verzameltank en dergelijke), die moeten worden
aangesloten op een afzonderlijk en fail-safe elektrisch circuit.
De beveiligingsmaatregelen moeten worden aangepast aan de
afzonderlijke gebruikssituaties en in staat zijn om de schade
veroorzaakt door waterlekkages te verminderen en/of te voorkomen.
Verder moet de gebruiker er met een spatbeveiliging voor zorgen
dat na een storing het gelekte of spatwater geen schade aanricht.
NL
© 2017 Nederlands
Het gelekte water moet met een reservepomp of via een afvoer
worden verwijderd. Als alternatief kan een alarmsysteem worden
geïnstalleerd dat in geval van waterlekkage een alarm doet afgaan
en/of voor een noodstop van het apparaat en de watertoevoer zorgt,
voordat de apparatuur of goederen beschadigd raken.
In de ruimten waar de apparaten worden geïnstalleerd bevelen wij
aan om alle apparatuur ca. 5-10 cm hoger te plaatsen om directe
schade door het gelekte water te voorkomen. De fabrikant aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van het niet naleven
van deze voorschriften.
Let op - gevaar! Drooglopen
Wanneer het apparaat langer dan 5 minuten draait met een gesloten
wateraanzuigpunt, kan het door oververhitting beschadigd raken. Zet het
apparaat uit als de normale waterstroom is onderbroken.
Het drooglopen vernietigt het apparaat, laat het apparaat dus nooit meer dan
10 seconden lang drooglopen.
7 AFSTELLINGEN
7.1
Instellingen vooraf
Onze apparaten worden in de fabriek afgesteld, en deze instellingen
mogen niet door de gebruikers worden gewijzigd.
8 INWERKINGSTELLING
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat
losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (fig. 3).
8.1
Inwerkingstelling
Wanneer alle leidingen zijn aangesloten en het pomphuis (A4) vol
is met water, kunt u de stekker (A12) in het stopcontact steken en
de stroomschakelaar (A5) inschakelen. Bij het aanzuigen moet
de persleiding van het water geopend zijn om de in het systeem
aanwezige lucht te laten ontsnappen en de waterdruk op te kunnen
bouwen. Wanneer de zuigleiding niet volledig met water is gevuld
kan het apparaat tot 7 minuten nodig hebben voordat het volledig
operationeel is. Wanneer na de maximale aangegeven opzuigtijd het
water nog niet op druk is moet u het apparaat uitschakelen en te werk
gaan volgens de aanwijzingen van het plan voor het opzoeken van
storingen (Hoofdstuk 11).
8.2
Technische informatie
De aangegeven debietwaarden van het apparaat zijn
maximumwaarden, en zullen afnemen bij gebruik van externe
componenten (bv. persleiding, elleboogstukken, voorfilters enz.). Het
verdient aanbeveling hier rekening mee te houden bij de keuze van het
apparaat. Het effectieve debiet voor de specifieke toepassingsgevallen
staat weergegeven in de debiettabel (fig. 12).
9 ONDERHOUD
Let op - gevaar! Het systeem staat onder druk!
Voor ieder onderhoud en/of tijdens het oplossen van problemen moet u de
stekker (A8) van de voedingskabel uit het stopcontact trekken.
Controleer of de verbindingsleidingen of de tank (A10) van het apparaat
niet meer onder druk staan. Open hiertoe een gebruikspunt (de waterkraan)
en voer al het water uit het systeem af. Later kunt u alle onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden uitvoeren.
166 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)