BEDIENINGSHANDLEIDING
Bij de signaaloverdracht via Bluetooth
beschikbaar. Gebruik in dit geval de bedieningsmogelijkheden van uw externe apparaat.
Daarnaast raden wij aan het volume op uw afspeelapparaat op het maximum te zetten en het gewenste volume
op het product in te stellen.
U kunt de tablet-/smartphonetray
de weergave veilig neer te leggen.
Radioweergave
Het product heeft een FM-antenne
onderdeel van het product en kan niet worden verwijderd.
• Rol draadantenne helemaal uit, zodat een zo groot mogelijk ontvangstoppervlak ontstaat.
• Zorg er voor een optimale radio-ontvangst voor, dat de antenne niet wordt afgedekt.
Druk meermaals op de knop SOURCE
tekst FM en de frequentie die is ingesteld.
Afstemmen op zender
Ga als volgt te werk om af te stemmen op een radiozender:
1. Druk op de knop PLAY/PAUSE
2. Druk herhaaldelijk op één van de knoppen VORIGE TITEL
de frequentie in te stellen.
Zender opslaan
Het product kan automatisch naar alle beschikbare zenders in het ontvangstgebied zoeken. Tijdens een automatische
zoekcyclus slaat het product achtereenvolgens alle gevonden zenders op, zonder beperking van het aantal geheugen-
plaatsen.
• Houd de knop PLAY/PAUSE
• Alle gevonden zenders worden achtereenvolgens opgeslagen en krijgen een programmaplaats toegewezen.
• Druk opnieuw op de knop PLAY/PAUSE
• Nadat de zoekcyclus is afgesloten, geeft het product de op programmaplaats P01 opgeslagen zender weer.
Zender oproepen
Druk eenmaal op de knop PLAY/PAUSE
verschijnt de opgeslagen programmaplaats (bijv. P01) die u heeft opgeroepen. Druk vervolgens eenmaal of meermaals
op de knop VORIGE TITEL
programmaplaats opgeslagen zender te beluisteren. Op de display
aplaats getoond (bijv. P01).
Microfoon aansluiten
U kunt een microfoon aansluiten op één van de 6,3 mm jackaansluitingen van het product. Er is een geschikte microfoon
meegeleverd bij het product.
3
De microfoon kan worden gebruikt in iedere gebruiksmodus. Wij raden aan de microfoon altijd op de microfoonin-
gang aan te sluiten. Als de microfoon op de gitaaringang wordt aangesloten, kunnen hiervoor geen microfoon-
echosoundeffecten worden gebruikt.
Ga als volgt te werk om de microfoon aan te sluiten:
1. Schakel het product in zoals hierboven beschreven.
2. Sluit de microfoon aan op de microfooningang MIC IN
het product.
3. Schakel het product in zoals hierboven beschreven.
4. Zet de schuifschakelaar MIC ON/OFF
schakelen.
5. Draai de regelaar MIC VOLUME
microfoonvolume te verlagen.
6. Druk op de knop MIC ECHO
verschijnt de tekst ECHO1. Druk opnieuw op de knop MIC ECHO
21
ren. Op de display
21
7. Druk opnieuw op de knop MIC ECHO
8. Zet de schuifschakelaar MIC ON/OFF
microfoon uit te schakelen.
zijn mogelijk niet alle bedieningsfuncties via de knoppen op het product
®
aan de bovenzijde van het product gebruiken om uw externe apparaat tijdens
4
om radiozenders via ultrakorte golf te kunnen ontvangen. De antenne is vast
23
om over te schakelen naar de radiomodus. Op de display
9
, om op de display
13
ingedrukt tot het automatische zenderzoeken begint.
13
om de automatische opslagcyclus te stoppen.
13
om een automatisch opgeslagen zender op te roepen. Op de display
13
of VOLGENDE TITEL
14
op de meegeleverd microfoon
27
, in de richting +, om het microfoonvolume te verhogen of in de richting - om het
18
, om een echosoundeffect voor de aangesloten microfoon te activeren. Op de display
11
verschijnt de tekst ECHO2.
om het echosoundeffect voor de aangesloten microfoon weer te deactiveren.
11
op de meegeleverde microfoon
27
de eerste beschikbare frequentie op te roepen.
21
c.q. VOLGENDE TITEL
14
om de gewenste programmaplaats te selecteren en de op deze
15
wordt het nummer van de betreffende programm-
21
of op de aansluiting GUITAR IN
19
om het tweede echosoundeffect te selecte-
11
64
, om handmatig een bepaal-
15
aan de bovenzijde van
20
in de stand ON om de microfoon in te
3
na het gebruik in de stand OFF om de
3
verschijnt de
21
21