overeenkomt met de opgave op het typeplaatje aan
de bodem van het apparaat.
• Plaats het apparaat op een droog, vlak en stabiel
oppervlak.
• Sluit het apparaat alleen aan op een correct geïnstal-
leerde en geaarde contactdoos.
• Een snoer dat u niet nodig hebt, kunt u in het
snoervak opbergen .
• Alle apparaten worden bij de productie op hun
foutloze werking getest. Daarvan kunnen bijv. wa-
terresten zijn achtergebleven.
• Spoel het apparaat voor de eerste koffiebereiding
twee keer door met schoon water. Gebruik daarbij
geen filterzakje en ga als volgt te werk:
• Activeer het apparaat. Houd daarvoor de
BREW-bedieningstoets lang ingedrukt (> 1 sec). De
BREW-bedieningstoets gaat snel knipperen.
• Vul de watertank tot aan de markering voor 8
kopjes. De afneembare tank kan direct onder de
waterkraan worden gevuld . Optioneel kan het
water met behulp van de glazen kan ook direct
in de tank worden gevuld, die in het apparaat zit .
De noodzakelijke waterhoeveelheid kan op de
schaalverdeling op de tank worden afgelezen .
• Plaats de filter in zijn positie rechts boven op de
apparaatbehuizing onder de uitloop en start het
apparaat door kort op de BREW-bedieningstoets
te drukken (< 1 sec). De BREW-bedieningstoets
knippert nu langzaam. Na een korte opwarmtijd
van het verwarmingselement stroomt water uit de
uitloop in de filter.
• Een geluidssignaal wijst erop dat het water volledig
is doorgelopen. Maak de kan leeg en schakel de
warmhoudplaat uit door lang te drukken (> 1 sec)
op de BREW-bedieningstoets.
• Herhaal de beschreven stappen opnieuw. Na een
korte afkoeltijd kunt u het apparaat dan voor de
eerste koffiebereiding gebruiken.
3. Koffiebereiding
3.1 Voorbereiding
• Verwijder het deksel van het bonenreservoir en vul het
bonenreservoir met hele, gebrande koffiebonen .
Plaats het deksel vervolgens weer terug. Met een
complete vulling van het bonenreservoir kunt u
twee tot drie keer een hoeveelheid koffie van acht
kopjes bereiden.
• Aanwijzingen: gebruik geen gekarameliseerde
of sterk olieachtige koffiebonen om de foutloze
werking van het maalwerk te waarborgen. Vul het
bonenreservoir niet met gemalen koffie.
• Vul de watertank met de gewenste hoeveelheid
water. De afneembare tank kan direct onder de
waterkraan worden gevuld . Optioneel kan het
water met de glazen kan ook direct in de tank wor-
den gevuld, die in het apparaat zit. . De gewenste
waterhoeveelheid kan op de schaalverdeling op de
tank worden afgelezen .
• Aanwijzing: als u ondanks een gevulde watertank
het koffie zetten niet kunt starten en u drie korte
geluidssignalen hoort, heft u de watertank kort op
en plaatst u deze weer terug op het apparaat. Daar-
door verwijdert u luchtbellen die zich eventueel bij
het vullen kunnen vormen.
• Trek de filterhouder horizontaal van zijn apparaa-
thouder af en zet het filterzakje erin . Voor
een goede smaak en een optimale plaatsing in de
filterhouder adviseren wij het gebruik van een
1x4
Melitta® Filtertüte
®
®
• Plaats de zo voorbereide filterhouder links in de
behuizingverdieping op de siliconen mat onder de
molen .
3.2 Malen
• Activeer de molen door lang te drukken op de
GRIND-bedieningstoets. De led-weergave van de
GRIND-bedieningstoets gaat snel knipperen. Stel de
gewenste hoeveelheid koffie in door kort te drukken
op de keuzeschakelaar voor kopjes . Telkens als
u drukt, wisselt de bijbehorende led-weergave naar
het volgende aantal kopjes. Daardoor wordt via
de maalduur van de molen meteen de gewenste
hoeveelheid koffie ingesteld.
• Controleer of het aantal kopjes dat u selecteert,
overeenkomt met de waterhoeveelheid in de
watertank. Let erop dat bij de koffiebereiding al het
water uit de watertank wordt verbruikt. Wanneer
het aantal kopjes en de waterhoeveelheid niet
overeenkomen, kan dat daarom een niet gewenste
koffie-ervaring tot gevolg hebben.
• Bovendien kan voor elk aantal kopjes de sterkte
afzonderlijk worden gevarieerd. Als u kort op de
keuzetoets voor koffiesterkte drukt, wisselt de
bijbehorende led-weergave. Weergave 1 is de milde,
2 is de gemiddelde en 3 is een sterke instelling. De
maalduur wordt dienovereenkomstig aangepast.
• Het maalresultaat is voor verschillende koffiesoorten
met verschillende brandingen niet altijd hetzelfde.
Als de maalhoeveelheid in geen enkele instelling aan
de specifieke eisen voldoet, is een verdere fijninstelling
van de maalhoeveelheid mogelijk (zie 3.5 Fijninstelling
maalhoeveelheid)
• Met de tuimelschakelaar aan de bovenste molenbe-
huizing kunt u de gewenste maalgraad van de koffie
instellen. De tuimelschakelaar heeft zeven vergren-
delstanden voor instellingen van fijn tot grof .
• Na het instellen start u het maalproces door kort
te drukken op de GRIND-bedieningstoets. De
GRIND-bedieningstoets gaat nu langzaam knipperen.
Als het bonenreservoir niet goed is geplaatst, hoort
u drie keer een kort waarschuwingssignaal.
• De molen maalt de ingestelde hoeveelheid koffie
direct in de filterhouder en schakelt bij het bereiken
van deze hoeveelheid automatisch uit.
• Na het uitschakelen van de molen kunnen er nog
koffieresten in de vulkoker zijn achtergebleven.
Door de klopper meerdere keren omlaag te drukken
en vervolgens snel omhoog te laten komen, maakt
de koffie zich los uit de vulkoker en glijdt in de
filterhouder
.
k
• Aanwijzing: bij een tekort aan koffiebonen scha-
kelt de molen automatisch uit. Dat kan optreden,
wanneer het bonenreservoir onopzettelijk werd
leeggemalen of wanneer koffiebonen niet naglijden.
Dat wordt aangegeven door een drie keer kort
waarschuwingssignaal en het snel knipperen van de
GRIND-bedieningstoets. Schakel het apparaat niet
uit. Nadat het bonenreservoir is bijgevuld, kan het
maalproces worden voortgezet door kort te drukken
op de snel knipperende GRIND-bedieningstoets. De
nog ontbrekende hoeveelheid koffie wordt bijgemalen.
Bij een blokkade van de molen schakelt het apparaat
ook automatisch uit (zie hiervoor paragraaf 6.2 Reini-
ging van het maalwerk)
• Neem de filterhouder uit het apparaat en verspreid
de in de filter opgehoopte gemalen koffie door de
.
NL
22