2. COMPONENTEN (Zie Afb. 1 1 )
OPMERKING
Raadpleegt u alstublieft de afbeeldingen
binnenin de voor- of achterflap waar in de tekst
verwezen wordt naar Afb. 1 1 t/m 6 6 .
q BEDIENINGSPANEEL
w BRANDSTOFTANK
e BRANDSTOFMETER
r ZIJPANEEL (R)
t OLIE-AFTAPPLUG
y TREKSTARTER (HANDGREEP)
u STOPPER
i TANKDOP
o BOUGIEDOP
!0 LUCHTFILTER
!1 BRANDSTOFFILTER
!2 ACCU [Model met elektrische startmotor]
!3 OLIEPEILSTOK (OLIE-VULOPENING)
!4 ZIJPANEEL (L)
!5 UITLAAT
3. CONTROLES VOOR HET IN
WERKING STELLEN (Zie Afb. 2 2 )
1. HET CONTROLEREN VAN DE MOTOROLIE
(Zie Afb. 2 2 -q q ,w w )
Voordat de olie wordt gecontroleerd of bijgevuld, dient u
er voor te zorgen dat de generator op een stabiele en
vlakke ondergrond staat en dat de motor is afgezet.
Verwijder de olievuldop en controleer het peil van de
■ ■
motorolie. (Zie Afb. 2-q)
q OLIEPEILSTOK
w OLIE-VULOPENING
e HOOGSTE PEIL
r LAAGSTE PEIL
Als het oliepeil beneden het laagste niveau ligt, dient
■ ■
met geschikte olie (zie tabel) te worden bijgevuld tot het
streepje dat het bovenste niveau aangeeft. Draai de
olievuldop niet in tijdens het controleren van het
oliepeil. (Zie Afb. 2-w)
q HOOGSTE PEIL
w LAAGSTE PEIL
Vervang de olie wanneer deze vervuild is.
■ ■
(Zie het gedeelte over Zelf uit te voeren onderhoud.)
Olie-inhoud (Bij Hoogste niveau) :
GE-2800 IS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,6
GE-3200 IS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,6
GE-4300 IS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,0
Aanbevolen motorolie:
Gebruik zelfreinigende 4-takt olie voor automobielen van
API klasse SE, of een olie van een hogere klasse (SG, SH of
SJ wordt aanbevolen).
SAE 10W-30 of 10W-40 wordt aangeraden voor algemeen
gebruik bij alle temperaturen. Als olie met enkele viscositeit
wordt gebruikt, dient de juiste viscositeit voor de gemiddelde
temperatuur in uw omgeving gekozen te worden.
Single grade
Multigrade
Omgevings-
temperatuur
2. CONTROLEER DE BRANDSTOF VAN DE MOTOR
(Zie Afb. 2 2 -e e ,r r )
Vul nooit bij met brandstof terwijl u rookt of u in
de buurt bevindt van een open vuur of in andere
omstandigheden die brand kunnen veroorzaken.
Controleer het brandstofpeil op de meter voor het
■ ■
brandstofpeil. (Zie Afb. 2-r)
q LEEG (E)
w VOL (F)
e "PEIL" TEKEN
r LIJN BRANDSTOFPEIL
Als het brandstofpeil laag is, dient te worden
■ ■
bijgevuld met loodvrije benzine.
Plaats het brandstoffilterscherm op de
■ ■
brandstoffilternek. (Zie Afb. 2-e)
q BRANDSTOFFILTERSCHERM
w TANKDOP
Inhoud brandstoftank :
GE-2800 IS . . . . . . . . . . . . . . . . 10,8
(L)
GE-3200 IS . . . . . . . . . . . . . . . . 10,8
GE-4300 IS . . . . . . . . . . . . . . . . 12,8
5W
10W
20W
#20
#30
10W-30
10W-40
WAARSCHUWING
GB
GB
GB
#40
NL
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
GB
(L)
5