Kinderkraft I-GUARD Manual De Instrucciones página 98

Ocultar thumbs Ver también para I-GUARD:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 52
• Gebruik geen andere bevestigingspunten dan die welke worden beschreven in de
gebruiksaanwijzing en zijn aangegeven op het zitje.
• Alle harde onderdelen en plastic onderdelen van het kinderbeveiligingssysteem moeten zo
geplaatst en geïnstalleerd worden dat zij onder normale gebruiksomstandigheden niet
bekneld kunnen raken door een schuivende stoel of portier van het voertuig.
• Controleer de toestand van het zitje regelmatig, let vooral op de bevestigingspunten, de
naden en de verstellingsonderdelen. Controleer of alle mechanische onderdelen ten volle
functioneel zijn. Vet of olie de onderdelen van het kinderzitje nooit in.
• Gebruik het zitje niet meer als er onderdelen beschadigd zijn of loszitten.
• In het geval van nood is het van belang om het harnas snel los te maken. Dit betekent dat
de ontgrendelknop van de 5-puntsgordel niet helemaal vastzit; zorg ervoor dat uw kind niet
met de gesp van het 5-punts harnas kan spelen.
• Geef het goede voorbeeld aan uw kind en draag altijd een veiligheidsgordel. Een volwassene
die geen gordel draagt, kan ook een risico vormen voor een kind.
• Vóór elke autorit dient u ervoor te zorgen dat het zitje goed is vastgemaakt.
• Het zitje moet ook worden vastgezet als het niet wordt gebruikt. Een onbeveiligd
kinderbeveiligingssysteem kan zelfs bij een noodstop verwondingen aan passagiers
veroorzaken.
• Zorg er altijd voor dat de autostoel niet vast komt te zitten op een oppervlak, wanneer u het
portier van de auto sluit of de achterbank verstelt.
• Bij sommige autostoelen van zachte materialen kan het gebruik van het autozitje vlekken
achterlaten en/of verkleuring veroorzaken. Om dit te voorkomen kunt u een deken, handdoek
of iets dergelijks onder de autostoel leggen.
4.0 Installatie in het voertuig
Bij plotseling remmen of een ongeluk kunnen personen die geen veiligheidsgordel dragen
letsel toebrengen aan andere inzittenden.
Controleer altijd of:
• De rugleuningen van het voertuig zijn vergrendeld (d.w.z. de sluiting van de neerklapbare
rugleuning van de achterbank is vastgeklikt).
• Alle zware voorwerpen en voorwerpen met scherpe randen zijn vastgezet (bijv. op de
achterplank).
• Alle passagiers hun veiligheidsgordel dragen.
• Het zitje altijd is beveiligd, ook als het kind er niet in zit.
98
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido