oplosmiddelen. Deze kunnen krassen op de tank maken en hem
beschadigen, en waterlekkage veroorzaken.
•
Plaats de afvoertank terug in het apparaat. Wanneer u de
afvoertank terugplaatst, drukt u de tank met beide handen stevig
op zijn plaats. Als de tank niet correct geplaatst is, zal de
"WATER VOL" sensor geactiveerd blijven, en zal het apparaat
niet werken.
Let op: Verwijder de vlotter niet uit de watertank. Zonder de vlotter
zal de waterstandsensor het waterpeil niet meer juist kunnen
detecteren en kan er water uit de watertank lekken.
SCHOONMAAKONDERHOUD
•
Ontkoppel het apparaat van het stopcontact voordat u met
schoonmaken begint.
•
Maak het oppervlak eerst schoon met een neutraal
schoonmaakmiddel en een natte doek en vervolgens met een
droge doek.
•
Gebruik geen benzine of andere chemicaliën om het apparaat
schoon te maken.
HET FILTER REINIGEN
•
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
schoonmaakt.
•
Open het filterdeksel en haal het filter eruit.
Gebruiksaanwijzing
NL
21