Belangrijke maatregel
Deze eenheid mag uitsluitende gebruikt worden wanneer alle filters onbeschadigd en correct gemonteerd zijn.
Voordat werkzaamheden of aansluiting op een leidingsysteem plaatsvinden, moet de netstroom naar het apparaat wordt uitgezet
en indien er geen geïntegreerde schakelkast voor het apparaat is, moet de stroomschakelaar vergrendeld worden.
Voer altijd een filterreiniging uit en leeg de persluchttank voordat u de opvanginrichting los maakt van de filtereenheid. Voor de
verwerking van het afgevangen materiaal moeten de geldende voorschriften worden gevolgd.
Controle
Controleer het apparaat regelmatig op schade of slijtage. Bij schade moet dit verholpen worden door een servicemonteur van
Dustcontrol of een door Dustcontrol geautoriseerde werkplaats.
Gebruiksbereik
Filtercyclonen van Dustcontrol worden gebruikt om stof dat voorkomt in een industriële omgeving, weg te filteren.
De filtercycloon is aangesloten op een leidingsysteem van Dustcontrol. Het systeem is op zijn beurt verbonden met een
vacuümgenerator.
Functionele beschrijving
S 11000 X zuivert de lucht in twee stappen.
In de eerste stap wordt stof afgescheiden in de cycloon. De lucht wordt tangentieel aangezogen in de filtercycloon en begint sterk
te circuleren. Hierdoor worden de deeltjes tegen het manteloppervlak gedrukt en vallen vervolgens naar de bodem.
In de tweede stap passeert de lucht een filter dat 99,9% van de deeltjes scheidt van een grootte van 0,3 µm. Normaal gesproken
wordt de lucht dan uit de ruimte geleid.
De filters worden na een signaal van de besturing automatisch gereinigd door middel van een luchtpuls in de tegenovergestelde
zuigrichting. Het is een zeer effectieve reiniging en is zacht voor de filters.
Installatie
Het is mogelijk om de standaard container te vervangen door een breder chassis waardoor het stof zich in een container kan
verzamelen; zie hoofdstuk Accessoires.
Hieronder wordt beschreven hoe u het product monteert:
1. Monteer de onderste kegel op de poten.
Pas de hoogte van de poten aan volgens welke afvoerkegel / container is geselecteerd.
2. Monteer de inlaatmodule op de onderste conus. Vergrendel deze met de borgring.
3. Monteer de modulering op de inlaatmodule. Vergrendel deze met de borgring.
4. Monteer de filterplaat op de modulering. Vergrendel deze met de borgring.
5. Mount 1 st filter. Heb ze vergrendeld met 1 filter filterring(en).
6. Monteer de filterreinigingseenheid (tank) op de filterplaat. Vergrendel vervolgens met een sterknop.
7. Monteer de uitlaatmodule op de filterplaat. Vergrendel deze met de borgring. Leid de kabel door de doorvoer van het schot.
Sluit de persluchtslang aan.
8. Installeer het deksel op de uitlaatmodule. Vergrendel deze met de borgring.
Na montage van de filtercycloon moet het volgende worden gedaan:
1. Sluit de inlaat en uitlaat aan.
2. Sluit de filterreiniging aan op perslucht en stuurspanning vanuit de schakelkast. Voor waarden in detail zie Technische data.
30
S 11000 X, Art no. 99052-A