026873 MONTAGEHANDLEIDING.
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit t.p.v. bevestigingspunten verwijderen.
2. Demonteer de bumper, verwijder de bekleding uit de kofferruimte.
Verwijder de binnenbumper (deze komt te vervallen).
3. Verwijder de bitumen laag bij gat "A" ter grootte van de steun "2".
Verwijder de kabelbevestigingsclips links en rechts.
Boor de gaten "A" (aangegeven door centerpunt) van boven uit door de
bodemplaat op ø 20 mm.
Indien de gaten niet zijn aangegeven door een centerpunt, kunnen deze worden afgetekend
volgens detail 1.
4. Verwijder de rubber doppen uit het achterbord, t.p.v. de gaten "C", en verwijder de afdekdopjes
in de kofferruimte t.p.v. de gaten "B".
5. Haak de achterdemper los uit de ophangrubbers.
6. Boor de bestaande gaten "A" in de onderzijde van de chassisbalk op tot ø11mm.
7. Plaats de steunen "1" en "2" bij de gaten "A" en "B" in de kofferruimte.
8. 4-deurs uitvoering: monteer bij de gaten "C" de bouten M10x35, kontraplaatjes "7", busjes "4"
(ø18x3,5 l=6), veerringen en moeren M10.
5-deurs uitvoering: monteer de steunen "3" (L+R) bij de gaten "C", inclusief de busjes "4"
(ø18x3,5 l=6), met de bouten M10x35, veerringen en moeren en bij de gaten "D" (samen met het
bagage-oog) met de bouten M8x20 (zie detail 2).
Boor nu de gaten "E" door het achterbord op ø13 mm. Monteer de bouten M8x20, inclusief busjes
"5" (ø12,7x1,5 l=2,5), veerringen sluitringen M10 en moeren.
9. Monteer de steunen "6" (L+R) tegen de onderzijde van de chassisbalken bij de gaten "A" en "B"
met bouten M10x110, sluitringen, veerringen en moeren.
10. Monteer de dwarsbalk tussen de steunen "6" bij de gaten "F" met bouten M12x40, sluitringen,
veerringen en moeren.
11. Maak een uitsparing in de bumper volgens detail 3.
12. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M 8
-
23 Nm
M10
-
46 Nm
M12
-
79 Nm
13. Monteer de bumper terug. Plaats de binnenbekleding terug.
14. Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
15. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor
wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
026873 ANBAUANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im
Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Den Stoßfänger demontieren und die Verkleidung aus dem Kofferraum entfernen. Den
Innenstoßfänger entfernen (wird nicht mehr benötigt).
3. Den Unterbodenschutz am Loch "A" in der Größe der Stütze "2" entfernen. Die
Kabelbefestigungsklipse an der linken und rechten Seite entfernen. Die angekörnten Löcher "A" von
oben aus durch die Bodenplatte auf ø 20 mm bohren.
Falls die Löcher nicht angekörnt sind, können diese gemäß Detail 1 angezeichnet werden.
4. Die Gummiabdichtungen aus dem Abschlußblech (Löcher "C") entfernen und die Abdeckkappe im
Kofferraum an den Löcher "B" entfernen.
5. Den hinteren Schalldämpfer aus den Aufhängegummis nehmen.
6. Die vorhandenen Löcher "A" in der Unterseite des Chassisrahmens auf ø 11 mm bohren.
7. Die Stützen "1" und "2" an die Löcher "A" und "B" im Kofferraum legen.
8. Viertürige Modelle: die Schrauben M10x35, Gegenplatten "7", Distanzbuchsen "4" (ø18x3,5 l=6),
Federringen und Muttern M10 an die Löcher "C" montieren.
Fünftürige Modelle: die Stützen "3" (L+R), mit der Distanzbuchsen "4" (ø18x3,5 l=6), Schrauben
M10x35, Federringen und Muttern an die Löcher "C" und mit Schrauben M8x20 (zusammen mit der
Abschleppöse) an die Löcher "D" montieren (siehe Detail 2).
Die Löcher "E" auf ø13mm durch das Anschlußblech bohren.
Die Schrauben M8x20 mit der Distanzbuchsen "5" (ø12,7x1,5 l=2,5), Federringen, Unterlegscheiben
M10 und Muttern montieren.
9. Die Stützen "6" (L+R) mit Schrauben M10x110, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern gegen die
Unterseite des Chassisrahmens (Löcher "A" und "B") montieren.
10. Den Querträger mit Schrauben M12x40, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern zwischen den
Stützen "6" an die Löcher "F" montieren.
11. Einen Ausschnitt im Stoßfänger gemäß Detail 3 vornehmen.
12. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M8
-
23Nm
M10
-
46Nm
M12
-
79Nm
13. Den Stoßfänger wieder montieren. Die Innenverkleidung wieder anbringen.
14. Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
15. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
