educo 900000116 Guia De Inicio Rapido página 3

3
Speel samen. Plaats een aantal blokjes in de standaard en vraag de ander
hoeveel er liggen. Herhaal steeds en oefen het in één keer aflezen van de
hoeveelheid in plaats van het een-voor-een tellen van de blokjes. Maak hierbij
gebruik van de structuur, bijvoorbeeld 7 is 5 rood en 2 geel. Leg eventueel
de cijferkaartjes van 0, 5 en 10 ter ondersteuning om het aflezen vlot te laten
verlopen.
4
Noem of schrijf een som: bijvoorbeeld '4+2'. Plaats eerst 4 blokjes. Plaats
daarna 2 blokjes in de andere kleur. Leg tot slot een cijferkaartje met het
antwoord voor het juiste schotje. Controleer met de controlekaart (van +2).
Dit doe je door het begin van de pijl bij de 4 te plaatsen. Het einde van de pijl
wijst dan schotje '6' aan. Tip: zet de achtergrondkaart in de standaard om er
een atletiekbaan van te maken.
࢝ Gebruik beide standaards om de oefeningen uit te breiden tot 20. Leg
de cijferkaartjes tot 20 ervoor. Laat zien dat bijvoorbeeld 3 en 13 qua
positie op elkaar lijken, alleen het tiental is extra. Een som zoals 3+1 lijkt
op 13+1.
࢝ Gebruik kaartjes (of maak ze) met rekentekens: + en =. Leg zelf sommen,
in combinatie met de blokjes.
࢝ Gebruik sommenkaartjes met plussommen en maak deze met
behulp van de standaard. Check met de controlekaartjes. Plaats de
achtergrondkaart in de standaard om er een atletiekbaan van te maken.
࢝ Spring in het echt. Gebruik de diverse controlekaartjes als hulp: 'Spring
+2, als een oma".
࢝ Maak eigen achtergrondkaarten, spring niet over een atletiekbaan maar
over een spannende touwbrug, door een vulkaanlandschap, etc.
࢝ Speel samen. Oefen met meer, minder en evenveel. Leg een aantal
blokjes in de ene standaard. Plaats de andere standaard ervoor en vraag
de ander om meer/minder/evenveel blokjes te leggen. Bespreek samen
de hoeveelheden.
࢝ Vergelijk de sprongen op de controlekaarten. Zie bijvoorbeeld dat een
sprong van 2 en een sprong van 3 even groot zijn als een sprong van 5.