Elke toets heeft een bedrijfs‐ en een invoerfunctie.
Bedrijfsfunctie
nulstelling en
automatische tarra
tarra ingave
optellen
aan / uit
Belangrijk
Het indrukken van een toets wordt pas geaccepteerd als het weegsysteem stabiel is (en de
indicatie "last stabiel" brandt). Dat betekent ook dat de functies alleen door de indicator zullen
worden uitgevoerd als de last stabiel is.
Waarschuwing
Als de gewogen massa het ingestelde maximum overschrijdt, verschijnt in het display de melding:
"HELP1". Ter voorkoming van schade aan de indicator of de krachtopnemers, dient het
weegsysteem zo snel mogelijk ontlast te worden.
Scheefstand
Bij de ijkwaardige uitvoering van het weegsysteem geeft het display bij een scheefstand groter dan
2° enkel streepjes weer. In dit geval moet het weegsysteem horizontaal gesteld worden. Daarna
zal het gewicht weer worden aangegeven.
3. Functies indicator
‐ 18 ‐
Invoerfunctie
bevestigen en
segment naar links
verlagen waarde van knipperend
segment
verhogen waarde van
knipperend segment
clear