6
Instellingen
om naar „Instellingen" te gaan.
Druk op
In dit menu kunt u alle instellingen bewerken. De wijzigingen zijn direct actief.
7
Bluetooth
Ga naar „Settings" om uw apparaat via Bluetooth met een ander apparaat te verbinden. Selecteer „Bluetooth" in
het veld „Wireless & Networks".
Druk nu op „OFF" naast „Bluetooth". U heeft Bluetooth nu geactiveerd en de knop geeft „ON" weer.
Na het activeren van Bluetooth worden automatisch alle in de buurt zichtbare apparaten met Bluetooth opgezocht
en weergegeven. Om nog eens handmatig naar apparaten met Bluetooth te zoeken, drukt u op „Search for
devices".
Om uw apparaat met een ander apparaat te verbinden, drukt u op het desbetreffende apparaat.
Druk op de naam van uw apparaat, om uw apparaat voor andere apparaten zichtbaar te maken.
De standaardnaam is het modelnummer van het apparaat of Blaupunkt (afb. kan afwijken).
39