REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel het apparaat uit.
Wacht totdat het apparaat volledig tot stilstand is gekomen.
Het apparaat mag nooit in water worden gedompeld. Motor of elektrische
componenten van het apparaat mogen niet vochtig worden.
1.
Gebruik nooit scherpe schuurmiddelen, staalwol, metalen voorwerpen, hete
schoonmaakmiddelen of desinfecterende middelen.
2.
Veeg de behuizing en het rooster van de ventilator met een licht vochtige
doek af.
3.
Sla de ventilator op een droge en veilige plaats op om hem te beschermen
tegen stof, schokken, hitte en vocht. Wij adviseren om de originele verpak-
king te bewaren en het apparaat daarin op te bergen als u het niet nodig
hebt.
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
33