• Neem bij werkzaamheden een veilige stabiele
stand in, met name op hellingen. Werk altijd dwars
op de helling, nooit op- en neerwaarts. Wees met
name voorzichtig als u uw rijrichting op de helling
verandert. Werk nooit op overmatig steile hellingen.
• Gebruik het apparaat alleen in een langzaam tem-
po en houd de greep met beide handen vast. Wees
met name voorzichtig als het apparaat moet wor-
den gekeerd of als u deze naar u toe trekt. Gevaar
op struikelen!
• Start of bedien de starthendel voorzichtig overeen-
komstig de aanwijzingen in deze handleiding.
• Kantel het apparaat niet tijdens het starten, behalve
als deze moet worden opgetild. In dit geval kantelt
u het apparaat slechts zo ver, als absoluut noodza-
kelijk, en tilt u uitsluitend de zijde op die richting de
bedieningspersoon is gekeerd.
• Als het apparaat na het heffen weer op de grond
wordt geplaatst, moeten beide handen in werkpo-
sitie staan.
• Gebruik het apparaat niet nabij ontvlambare vloei-
stoffen of gassen. Bij het niet in acht nemen bestaat
brand- of explosiegevaar.
Werkonderbreking:
• Na het uitschakelen van het apparaat, draait de ci-
linder nog enkele seconden door. Handen en voe-
ten buiten bereik houden.
• De tanden pas aanraken als het apparaat is los-
gekoppeld van de stroomvoorziening en de tanden
volledig tot stilstand zijn gekomen.
• Verwijder aarde alleen als het apparaat volledig tot
stilstand is gekomen.
• Schakel het apparaat uit als u deze transporteert,
optilt of wilt kantelen en als andere dan te bewer-
ken oppervlakken moeten worden overgestoken.
• Laat het apparaat nooit zonder toezicht achter op
de werkplek.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker eruit:
- altijd als u de machine verlaat,
- voordat u de messen reinigt of blokkeringen ver-
wijdert,
- als het apparaat niet wordt gebruikt,
- bij alle onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den,
- als de stroomkabel is beschadigd of in de war
zit,
- als het apparaat tijdens de werkzaamheden een
obstakel raakt of als er ongewone trillingen op-
treden. Controleer in dit geval het apparaat op
schade en laat deze zo nodig repareren.
• Bewaar het apparaat op een droge plek en buiten
het bereik van kinderen.
Voorzichtig! Zo voorkomt u schade aan het appa-
raat en eventueel daaruit resulterend letsel:
www.scheppach.com /
[email protected] / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Zorg dat u het apparaat in stand houdt
• Schakel het apparaat uit en til het op als u over
trappen moet lopen.
• Voer voor elk gebruik een visuele controle van het
apparaat uit. Gebruik het apparaat niet als de vei-
ligheidsinrichtingen (bijv. botsbeveiliging), onder-
delen van de snij-inrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn. Controleer met name
de elektrakabel en de startkabel op beschadiging.
Om eventueel onbalans te vermijden mogen be-
schadigde gereedschappen of bouten alleen als
set worden vervangen.
• Gebruik alleen onderdelen en accessoires die door
de fabrikant geleverd en aanbevolen worden. Het
gebruik van andere onderdelen leidt tot onmiddel-
lijk verlies van aanspraak op garantie.
• Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn
vastgedraaid om er zeker van te zijn dat het appa-
raat zich in een veilige werktoestand bevindt.
• Probeer niet om het apparaat zelf te repareren, ten-
zij u hiervoor bent opgeleid. Alle werkzaamheden
die niet in deze handleiding aangegeven worden,
mogen alleen door onze gemachtigde klantenser-
vice worden uitgevoerd.
• Ga zorgvuldig met uw apparaat om. Houd het ge-
reedschap schoon om beter en veiliger te kunnen
werken. Neem de onderhoudsvoorschriften in acht.
• Zorg dat uw apparaat niet overbelast raakt. Werk
uitsluitend binnen het aangegeven vermogensbe-
reik. Gebruik geen machines met minder vermogen
voor zware werkzaamheden. Gebruik de apparaat
niet voor doeleinden, waarvoor het niet bestemd is.
Elektrische veiligheid:
Voorzichtig! Zo voorkomt u ongevallen en letsels
door een elektrische schok:
• Voer voor elke ingebruikname een visuele controle
van de elektra- en verlengkabels uit op tekenen van
beschadiging of slijtage.
• Houd de elektrakabel uit de buurt van het snijge-
reedschap. Als de leiding tijdens het gebruik wordt
beschadigd, koppelt u deze direct los van het net-
werk.
De leiding pas aanraken als deze van de
stroomvoorziening is losgekoppeld.
• De verlengkabels buiten het bereik van de tanden
houden. De tanden kunnen de leidingen beschadi-
gen en daardoor contact maken met actieve delen.
• Een beschadigde leiding niet op de stroomvoor-
ziening aansluiten en een beschadigde leiding niet
aanraken, voordat deze van de stroomvoorziening
is losgekoppeld. Een beschadigde leiding kan con-
tact met actieve delen veroorzaken.
• Let op dat de stroomvoorziening overeenkomen
met de gegevens van het typebordje.
NL | 43