•
Originele handleiding
3. Reglementair gebruik
De werkplaatswagen dient voor het opbergen
en transporteren van gereedschappen en kleine
delen. De wagen kan op verschillende (vaste en
vlakke) vloerbedekkingen binnen worden ingezet.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Afmetingen: ....................ca. 685 x 875 x 455 mm
Leeggewicht: ........................................ ca. 53 kg
Max. belasting: ..........................................150 kg
5. Montage
Aanwijzing! Om foutieve functies te voorkomen
dient men ervoor te zorgen dat alle laden HE-
LEMAAL gesloten zijn voordat men een andere
uittrekt!
•
Bij de leveringsomvang is een handgreep (6)
begrepen die reeds gemonteerd is; die kan
echter ook aan de andere kant worden vast-
gemaakt. (Fig. 2)
•
Voor de montage van de wielen (3) wordt ver-
wezen naar fig. 3; hiervoor dient u de werk-
plaatswagen ondersteboven te plaatsen.
•
Mochten er problemen met de laden zijn,
gelieve onderstaande aanwijzingen in acht te
nemen:
Anl_TC_TW_150_SPK2.indb 19
Anl_TC_TW_150_SPK2.indb 19
NL
Wat moet u doen als u een lade niet meer kan
sluiten:
•
het slot vergrendelen en ontgrendelen tot u
een duidelijk "klikgeluid" hoort of
•
een tweede lade openen en dan allebei sa-
men sluiten of
•
noodontgrendeling (4) bedienen! Dit gebeurt
door de noodontgrendeling aan de onderkant
van de werkplaatswagen te verschuiven.
Daardoor wordt de vergrendeling van de
werkplaatswagen opgeheven (zie fig. 4-6).
u geen enkele lade kan openen ofschoon het
slot niet vergrendeld is:
•
het slot vergrendelen en ontgrendelen tot u
een duidelijk "klikgeluid" hoort of
•
noodontgrendeling (4) bedienen. (zie fig. 4-6)
6. Vóór inbedrijfstelling
Ontgrendel de schuifl aden door de vergrende-
lingsschakelaar in de onderste lade (4) naar be-
neden te schuiven (fi g. 5-6).
•
De sleutels (2) voor de werkplaatswagen (1)
bevinden zich op twee verschillende plaats-
en, een sleutel is vastgemaakt aan de verpak-
king van de werkplaatswagen, de andere aan
de handleiding van de werkplaatswagen.
•
Gelieve de sleutels op verschillende plaatsen
te bewaren, maar NOOIT in de werkplaatswa-
gen.
•
Na het transport en/of de opbouw dient u er
zich van te vergewissen dat alle laden com-
pleet gesloten zijn.
•
De werkplaatswagen is om veiligheidsrede-
nen voorzien van een opening van enkele
laden; dit voorkomt het gelijktijdig openen van
meerdere laden.
- 19 -
21.11.2019 08:53:07
21.11.2019 08:53:07