doek af en haalt u het teveel aan water uit het reservoir.
4. Steek de stekker in het stopcontact: er klinkt een geluidssignaal.
5. Schakel de interface in met de tiptoets voor in- en uitschakelen (e): er klinkt een geluidssignaal
en de indicatielampjes (g) beginnen een voor een te knipperen.
6. Selecteer de verwarmingsmodus met daarvoor bestemde tiptoets (f ) op de volgende manier:
a. 1 keer aanraken: voor snel opwarmen - Programma voor flesvoeding. Het indicatielampje g1
knippert.
b. 2 keer aanraken: voor geleidelijk opwarmen - Programma voor moedermelk. Het indicatielampje
g2 knippert.
c. 3 keer aanraken: voor het opwarmen van babyvoeding - Programma voor potjes babyvoeding.
Het indicatielampje g3 knippert.
7. Start de gekozen opwarmcyclus met de tiptoets voor in- en uitschakelen (e): er klinkt een ge-
luidssignaal en het indicatielampje dat hoort bij de gekozen verwarmingsmodus gaat branden
om aan te geven dat de opwarmcyclus bezig is. Als er na punt 6 drie minuten lang geen cyclus
wordt gestart, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
LET OP
Het is raadzaam om flesvoeding niet in te vriezen.
LET OP
Het is raadzaam melk niet in te vriezen in zuigflessen met afneembare bodem (zoals Chicco Perfect5).
LET OP
Als u bewaarzakjes voor melk gebruikt, is het raadzaam om de geleidelijke opwarmmodus te kiezen.
LET OP
Roer bij het opwarmen van babyvoeding de inhoud van het potje regelmatig om de temperatuur
gelijkmatig te verdelen.
8. Na een paar minuten*** knippert het indicatielampje (g) van de gekozen functie en klinkt er een
lang geluidssignaal om het einde van de opwarmcyclus aan te geven.
*** Waarschuwing: de opwarmtijd en de eindtemperatuur van de voeding hangen af van het
type en het formaat van de gebruikte houder (kunststof zuigflessen, glazen zuigflessen, potjes,
bewaarzakjes voor melk), van de hoeveelheid die moet worden opgewarmd, van de starttempe-
ratuur (kamertemperatuur, koelkast ...), van de gekozen opwarmmodus en van de consistentie van
de voeding.
9. Om de zuigflesverwarmer op elk gewenst moment uit te schakelen, raakt u de tiptoets voor
in- en uitschakelen (e) opnieuw aan totdat de indicatielampjes (g) uitgaan. Vervolgens haalt u de
stekker van het netsnoer (c) van de zuigflesverwarmer uit het stopcontact.
10. Zodra u de zuigfles of het potje met babyvoeding uit het reservoir heeft gehaald, droogt u
deze zorgvuldig af met een doek om het water te verwijderen alvorens het eten aan het kind
te geven.
LET OP
Controleer altijd eerst of het eten niet te warm is voordat u het aan het kind geeft.
Als de voeding onvoldoende is opgewarmd, kunt u de zuigfles of het potje in de zuigflesverwar-
mer zetten en de warmhoudstand kiezen (zie de paragraaf "Op temperatuur houden"). Controleer
de verwarmingsstaat met regelmatige tussenpozen tot de gewenste temperatuur is bereikt en kijk
uit dat u zich niet verbrandt.
EN MET NAME:
Voor zuigflessen met flesvoeding:
- schud de zuigfles enkele seconden zodat de temperatuur van de voeding gelijkmatig wordt ver-
99