Instellingen
Om de instelmodus te kunnen bewerken, moet de stroomtoevoer minimaal 10 s onderbroken zijn. Herstel daarna de
stroomvoorziening. De LED knippert eerst 1x en brandt daarna ca. 3 s. Vervolgens kunnen de instellingen binnen de
volgende 3 minuten worden uitgevoerd.
Modus
Automatische spoeling Bedek de onderste helft van de sensor
Resetten,
terugzetten in de
fabrieksinstellingen
Detectiegebied
aanpassen
Nawerkingscyclus
instellen
Belangrijke informatie, a.u.b. goed lezen!
Activering
gedurende 10 s met uw vinger, totdat de
eerste bevestigingsspoeling plaatsvindt en
haal uw vinger vervolgens van de sensor.
Als het gewenste instelniveau niet is bereikt,
herhaalt u het proces.
Bedek de onderste helft van de sensor
gedurende 15 s met uw vinger, totdat de
eerste bevestigingsspoeling plaatsvindt en
haal uw vinger vervolgens van de sensor.
Als het gewenste instelniveau niet is bereikt,
herhaalt u het proces.
Bedek de onderste helft van de sensor
gedurende 20-55 s met uw vinger. Haal de
vinger na de derde bevestigingsspoeling van
de sensor.
Bedek de onderste helft van de sensor
gedurende 25 s met uw vinger. De vierde
bevestigingsspoeling geeft aan dat de modus
actief is. Haal de vinger van de sensor zodra
de gewenste nawerkingscyclus bereikt is.
Bevestiging
De ingestelde status wordt aangegeven door
de knipperende LED:
1x knipperen = 12 uurs ritme
2x knipperen = 24-uurs ritme
3x knipperen = inactief
De LED knippert 5 keer en bevestigt de reset.
De ingestelde status wordt aangegeven door
de knipperende LED:
1x knipperen = niveau 5 (~ 14 cm)
2x knipperen = niveau 6 (~ 16 cm)
3x knipperen = niveau 7 (~ 18 cm)
4x knipperen = niveau 8 (~ 20 cm)
De ingestelde tijd wordt aangegeven door de
knipperende LED:
1x knipperen = 1 s
:
10x knipperen = 10 s
NL
25