5. Modi voor het meten
5.1 glijdende voor-ingestelde modus
Stap 1: Druk op „C" om het apparaat in te schakelen.
Stap 2: Druk na inschakelen op „naar boven" om de hoek te vergroten.
Stap 3: Druk op „naar beneden" om de hoek te verkleinen.
5.2 meetmodus
Stap 1: Druk op „+" om de hoek te berekenen.
Stap 2: in de meetmodus herkent het apparaat automatisch de richting
en de LCD-display geeft de daadwerkelijk gebruikte hoek aan.
Stap 3: Zet de andere zijde meer dan 5° terug. De LCD-display begint
te knipperen en beëindigt het berekenen van de hoek.
Stap 4: Zet de sleutel krachtig aan en houd deze in dezelfde richting vast.
Druk op „+" om de hoek te berekenen.
Stap 5: Om de tweede beweging erbij te berekenen, ga terug naar het
aanzetpunt en maak met een beetje kracht het werktuig los. Druk dan op
„+" om de totale hoek te berekenen en bij de eerste beweging op te tellen.
6. opslagmodus
Stap 1: Druk op „M" om het geheugen op te roepen.
Stap 2: Druk „naar boven" of „naar beneden" om opgeslagen waardes te
zoeken.
Stap 3: Druk op „M" om het geheugen te verlaten.
7. overbelasting
Als de hoekmeting de maximale waarde van 999° overstijgt wordt de
ing van de hoek gestopt en op het LCD-scherm verschijnt „FULL".
8. levensduur batterij
Batterijtype: AAA*2
Bedrijfsmodus: 60 uur
Standby: 1 jaar
Let op:
1. Het draaihoekmeetgereedschap moet bij horizontaal gebruik op een uitgang-
swaarde van 8 graden ingesteld zijn (tekening 1).
2. Als het apparaat bij een fl exibel werktuig gebruikt wordt moet het bij verticaal
gebruik op een
uitgangswaarde van 8 graden ingesteld zijn (tekening 2).
bereken-