Rowenta AQUA PERFECT HU522 Serie Manual De Instrucciones página 34

NL
Plaats het apparaat niet op een houten meubel, een muziekinstallatie, een televisietoestel of ander elektrisch
apparaat.
• Gebruik uitsluitend drinkbaar water. Het is aanbevolen om het water in het reservoir minstens eenmaal per week
te vervangen als er langer dan een week water blijft instaan.
• Het apparaat niet bedekken.
• Gebruik het apparaat niet zonder mondstuk.
• Raak het apparaat niet aan met vochtige handen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het wordt gebruikt.
• Giet geen water in de verdampingsleiding; hierdoor kan het apparaat overstromen.
• Gebruik het apparaat nooit in de buurt van ontvlambare voorwerpen en producten (gordijnen, sprays,
oplosmiddelen, enz.).
• Laat nooit water in het reservoir staan wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
• Zorg ervoor dat het water voor elk gebruik wordt ververst.
• Houd er rekening mee dat een zeer hoge luchtvochtigheid de groei van biologische organismen in de omgeving
kan bevorderen.
• Zorg ervoor dat absorberende materialen niet vochtig of nat worden, bijvoorbeeld vasttapijt, gordijnen,
tafellakens, enz.
• Als het apparaat langere tijd zonder toezicht moet worden achtergelaten: het is belangrijk het apparaat uit te
schakelen en de stekker los te koppelen, het waterreservoir en het verdampingscompartiment leeg te maken en
het apparaat schoon te maken en te laten drogen.
• Maak de luchtbevochtiger leeg en maak hem schoon voordat u deze opbergt. Maak de luchtbevochtiger schoon
vóór het volgende gebruik.
• Maak het waterreservoir schoon. Regelmatig schoonmaken is aanbevolen, ongeveer eenmaal per week (in
functie van het gebruik).
Zie paragraaf ONDERHOUD.
• OPGELET: er kunnen zich micro-organismen ontwikkelen in het waterreservoir en deze kunnen worden verspreid
in de lucht als het waterreservoir niet regelmatig en correct wordt schoongemaakt. (Zie paragraaf ONDERHOUD).
• Zorg ervoor dat het gebied rond de luchtbevochtiger niet vochtig of nat wordt. Als er zich vocht ophoopt, de
uitlaat van de luchtbevochtiger naar beneden plaatsen. Als het uitlaatvolume van de luchtbevochtiger niet naar
beneden kan worden gericht of verminderd, de luchtbevochtiger slechts af en toe inschakelen.
INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT (SCHEMA 3)
Controleer voor het eerste gebruik of de spanning van uw netwerk overeenkomt met de spanning die aangeduid
staat op het apparaat.
Uw apparaat kan worden gebruikt op een elektrisch stopcontact zonder aarding. Het is een apparaat van klasse
II (dubbele isolatie
Controleer voor de inbedrijfstelling van het apparaat of:
• de positionering van het apparaat overeenkomt met de instructies in deze gebruiksaanwijzing,
• het apparaat op een horizontaal, vlak en stabiel oppervlak is geplaatst, dat niet gevoelig is voor vocht en minstens
20 cm (7,87 inch) van andere voorwerpen verwijderd is,
• de aanzuigroosters voor lucht onder het apparaat niet bedekt zijn.
Ingebruikname:
1. Verwijder het bovenste deksel (5).
2. Draai de veiligheidsgrendel (2) tussen de basis en het waterreservoir een kwartslag naar boven en til het
waterreservoir op met de handgreep (6).
3. Schroef de dop van het waterreservoir (7).
4. Maak het reservoir schoon (zie paragraaf ONDERHOUD) en vul het met koud water (minimum 1,9 liter /
maximum 5,8 liter)
5. Draai de dop vast en controleer of er geen lekkage is.
OPMERKING: wij bevelen het gebruik van water met een laag kalkgehalte aan, om de vorming van wit stof te
voorkomen; u kunt kraantjeswater, water uit flessen, gedestilleerd water of gekookt water gebruiken, maar let
er wel op dat het reservoir steeds met koud water moet worden gevuld.
6. Controleer of de basis van het apparaat schoon is en geen vreemde voorwerpen bevat.
7. Controleer of de peilsensor niet is afgedicht.
8. Plaats het reservoir terug op de basis.
OPGELET: ZORG ERVOOR DAT HET WATERRESERVOIR CORRECT OP DE BASIS IS AANGEBRACHT.
9. Draai de veiligheidsgrendel tussen de basis en het waterreservoir (2) een kwartslag naar beneden om het
waterreservoir op de basis vast te zetten.
10. Stel het mondstuk in zodat de waterdamp niet gericht is op een obstakel, want dat kan de regeling van de
luchtvochtigheid negatief beïnvloeden.
).
34