NEDERLANDS
Een boorstuk plaatsen en
verwijderen (fi g. 1)
BOORKLAUW MET SLEUTEL
1. Open de boorklauw door de huls (i) tegen de
klok in te draaien en plaats de boorschacht.
2. Steek de boorklauwsleutel (j) in iedere opening
aan de zijkant van de boorklauw en draai deze
met de klok mee totdat ze vastzit.
SLEUTELLOZE BOORKLAUW
1. Open de boorklauw door de huls tegen de klok
in te draaien en plaats de boorschacht.
2. Maak hem stevig vast door de huls met de klok
mee te draaien.
3. Ga in omgekeerde volgorde te werk om de
boor weer te verwijderen.
De zijhandgreep bevestigen (fi g. 1)
De zijhandgreep (f) kan worden aangebracht
om zowel voor rechtshandige als linkshandige
gebruikers te dienen.
WAARSCHUWING: Bedien
het gereedschap altijd terwijl de
zijhandgreep correct is gemonteerd.
1. Maak de zijhandgreep los.
– Schuif voor rechtshandige gebruikers de
klem van de zijhandgreep over de 43 mm
kraag achter de boorklauw, hendel aan de
linkerkant.
– Schuif voor linkshandige gebruikers de
klem van de zijhandgreep over de 43 mm
kraag achter de boorklauw, hendel aan de
rechterkant.
2. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie en
maak de handgreep vast.
De boordiepte instellen (fi g. 3)
1. Steek het gewenste boorstuk in de boorklauw.
2. Maak de zijhandgreep (f) los.
3. Breng het staafje voor diepteaanpassing (g) aan
in het gat van de klem van de zijhandgreep.
4. Pas de boordiepte aan zoals afgebeeld.
5. Maak de zijhandgreep weer vast.
Schuif vooruit/achteruit (fi g. 4)
Om de stand vooruit of achteruit te kiezen, gebruikt
u de schakelaar vooruit/achteruit (c) (zie pijl op
gereedschap).
62
WAARSCHUWING: Wacht altijd
totdat de motor volledig tot stilstand
is gekomen voordat u de draairichting
wijzigt.
Keuze twee versnellingen (fi g. 5)
Uw gereedschap is uitgerust met een keuze
voor twee versnellingen (d) om de snelheid/
torsiefrequentie te variëren.
Laat de schakelaar voor variabele snelheid los en
kiest de gewenste positie. Dit kan ofwel worden
gedaan als het gereedschap uit staat, ofwel als het
zonder belasting draait. Lijn de keuzeschakelaar
altijd uit met de pijl op de gereedschapsbehuizing:
1 lage snelheid/hoge torsie (boren van grote
gaten, vastmaken van grote schroeven)
2 hoge snelheid/lage torsie (boren van kleinere
gaten, boren in hout)
Zie voor de snelheden de technische gegevens.
Verander de versnelling niet op volledige snelheid of
tijdens gebruik.
Boorklauw verwijderen (fi g. 6, 7)
BOORKLAUW MET SLEUTEL
1. Open de klemmen van de boorklauw zo ver
mogelijk.
2. Steek een schroevendraaier in de boorklauw
en verwijder de bevestigingsschroef van de
boorklauw (m) door met de klok mee te draaien
zoals afgebeeld.
3. Steek de boorklauwsleutel (j) in één van de
gaten aan de zijkant van de boorklauw en sla
erop met een hamer, zoals afgebeeld.
4. Houd de spil vast met een spanner indien dit
nodig is.
SLEUTELLOZE BOORKLAUW
1. Open de klemmen van de boorklauw zo ver
mogelijk.
2. Steek een schroevendraaier in de boorklauw
en verwijder de bevestigingsschroef van de
boorklauw (m) door met de klok mee te draaien.
3. Draai een inbussleutel in de boorklauw en sla
hierop met een hamer zoals afgebeeld.
Voor de bediening
1. Plaats een geschikte boor.
2. Markeer het punt waar het gat dient te worden
geboord.