4.2 Montage-instructies
1.
Spoel het leidingwerk grondig door
2.
Draaibaar aansluitstuk inbouwen
• Markeer de doorstroomrichting
• Installeer zonder trek- of buigkrachten
VOORZICHTIG!
Bij bevestiging aan een reeds geïnstalleerde
flensaansluiting van een andere fabrikant moet
erop worden gelet dat ook bij deze de aanstroming
via de buitenste ring plaatsvindt. Als dit niet het
geval is moet het aansluitstuk omgekeerd worden
ingebouwd, ook als de doorstroompijl dan niet in de
daadwerkelijke doorstroomrichting wijst.
3.
Filter met afdichting op aansluitstuk monteren
4.
Bevestigingsmoeren vastdraaien (7Nm)
5.
Afvoeraansluiting inschroeven
4.3 Terugspoelwaterafvoer
Het terugspoelwater moet zo naar het afvoerkanaal worden
geleid, dat er geen opstuwing kan ontstaan.
Daarvoor zijn er 3 mogelijkheden:
•
Directe aansluiting:
•
Afvoer vrij naar bestaand afvoerputje
•
Afvoer in open reservoir.
Filtergrootte
Terugspoelhoeveelheid*
1/2" en 3/4"
12 liter
1" en 1 1/4"
15 liter
1 1/2" en 2"
18 liter
*bij 4 bar inlaatdruk en 3 x 3 seconden
terugspoelduur
5
Opstarten
5.1 Achterdruk instellen (alleen
FK74CS/FKN74CS)
Stel de uitlaatdruk in op min. 1 bar onder de
inlaatdruk.
1.
Afsluiters op inlaat sluiten
2.
Afsluiters op uitlaat sluiten
3.
Laat de druk af aan de uitlaatzijde (bijvoorbeeld via
een waterkraan)
1
Aansluitmaten
/
" - 1
2
Verlaag de spanning in de drukveer
3.1)Til de afstelhendel op
3.2)Draai de afstelhendel linksom (-) totdat deze niet
meer beweegt
1
Aansluitmaten 1
/
" - 2"
2
Verlaag de spanning in de drukveer
4.1)Sleufschroef losdraaien.
Verwijder de sleufschroef niet
4.2)Draai de afstelhendel linksom (-) totdat deze niet
meer beweegt
1
/
"
4
NL
5.
Afsluitstuk ingangskant langzaam openen
6.
Instelgreep draaien tot de manometer de gewenste
waarde weergeeft
• Rechtsom draaien = druk aan de uitlaatzijde
verhogen
• Linksom draaien = druk aan de uitlaatzijde
verlagen
1
Aansluitmaten
/
" - 1
2
7.1)Verstelgreep omlaag schuiven en vergrendelen
om de verstelbeveiliging te activeren
1
Aansluitmaten 1
/
7.2)Draai de sleufschroef vast om het mechanisme te
vergrendelen
8.
Afsluiter aan de uitgang traag openen
5.2 Terugspoelen
VOORZICHTIG!
Interval:
Minimaal iedere 6 maanden (overeenkomstig
EN806-5)
Iedere 2 maanden (aanbevolen door de fabrikant)
resp. afhankelijk van de mate van vuil in het water.
Gedurende het terugspoelen is een inlaatdruk van
tenminste 1,5 bar vereist.
Om een geschikte en regelmatige binding van het
terugspoelinterval te waarborgen, adviseren wij om een
automatisch terugspoelsysteem te installeren.
(Aansluitmaten:
1
1
/
" - 1
/
" Z74A
2
4
1
1
/
" - 2"
Z11S-A (zie accessoires).
2
VOORZICHTIG!
Ook tijdens het terugspoelen kan er gefilterd water
worden afgetapt.
Als de terugspoelwaterafvoer niet gebeurt via een directe
aansluiting, dan moet er vóór het terugspoelen een
opvangbak onder worden gezet.
1.
Kogelkraan tot de aanslag openen door aan de
terugspoelgreep te draaien
• De greep moet verticaal staan
• Het gepatenteerde terugspoelsysteem start
2.
Kogelkraan na ca. 3 seconden weer sluiten.
Procedure drie keer herhalen
• Wanneer het filter extreem vuil is, de procedure
kan enkele keren herhaald moeten worden
Met behulp van de Memory-Ring kan de volgende
termijn voor de manuele terugspoeling genoteerd
worden.
18
1
/
"
4
" - 2"
2
MU0H-1186 GE23 R1019