NL
INSTRUCTIEHANDLEIDING
BELANGRIJKE INFORMATIE:
1. Voor het testen van 6- en 12-volt batterijen, evenals
het testen van 12- en 24-volt oplaadsystemen.
1. Aanbevolen
omgevingstemperatuurbereik:
0°C (32°F) tot 50°C (122°F).
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING: dit product kan het lichaam bloots-
tellen aan chemicaliën, waaronder arseen, dat bekend
is de staat Californië om kanker te veroorzaken.
1. Werken in de nabijheid van loodzuur-batterijen is
gevaarlijk. Batterijen in een normale bedrijfsmodus
zenden explosieve gassen uit. Om deze reden is
het uitermate belangrijk dat, als er twijfel ontstaat,
elke keer voordat u met de tester gaat werken,
deze instructies aandachtig te bestuderen.
2. Volg deze instructies op om te voorkomen dat de
batterij explodeert, zoals beschreven door de fabri-
kant van de batterij en uitrusting, die u naast de
batterij wilt gebruiken. Volg de waarschuwingen op
de aangegeven apparaten.
3. Stel de tester niet bloot aan regen of sneeuw.
PERSOONLIJKE VOORZORGSMAATREGE-
LEN:
1. Bij het werken met loodzuur-batterijen moet een
assistent binnen gehoorbeperkingen of dichtbij zijn.
2. Zorg dichtbij voor voldoende zoet water en zeep,
in geval van contact met de huid, kleding of ogen.
3. Gebruik veiligheidsbril en speciale kleding.
4. Als accuzuur in de huid of kleding terechtkomt, was
het dan onmiddellijk met water en zeep. Als er zuur
in de ogen terechtkomt, spoel ze dan onmiddellijk
met koud water gedurende minimaal tien minuten
en raadpleeg een arts voor hulp.
5. Rook NOOIT en laat geen vonken of vlammen in de
buurt van de batterij of de motor.
6. Wees uiterst voorzichtig en laat een metalen ge-
reedschap niet op de batterij vallen. Dit kan vonken
veroorzaken of de batterij of andere elektrische
componenten kortsluiten, met als gevolg een ex-
plosie.
7. Verwijder metalen voorwerpen zoals ringen, arm-
banden, kettingen en horloges wanneer u werkt
met een loodzuur-batterij. Ze kunnen kortsluiting
veroorzaken, wat resulteert in een grote stroom-
sterkte, voldoende om de ring te laten smelten of
een ernstige verbranding te veroorzaken.
VOORBEREIDING VOOR TESTEN:
1. Zorg voor voldoende ventilatie waar de te testen
batterij zich bevindt.
2. Reinig de batterijpolen. Zorg ervoor dat er geen co-
rrosie werd geraakt in de ogen.
3. Controleer de batterij op scheuren of schade aan
de behuizing of het deksel. Als u schade aan de
batterij hebt vastgesteld, begin dan niet met de tes-
ter te werken.
4. Als de batterij niet verzegeld en onderhoudsvrij is,
voeg dan gedistilleerd water toe aan elke cel (blik)
tot het niveau dat door de fabrikant is gespecifi-
van
ceerd. Hiermee wordt overtollig gas uit de batte-
rijcellen verwijderd. Zorg ervoor dat u het niveau
niet overschrijdt.
5. Als het voor het testen nodig is om de batterij van
het voertuig te verwijderen, ontkoppel dan altijd de
negatieve pool ervan. Zorg ervoor dat alle gebrui-
kers van het voertuig zijn losgekoppeld om de vor-
ming van vonken uit te sluiten.
WERK EN BEDIENING:
Opmerking: elke keer dat een tester is aangesloten
op een batterij, start de tester een snelle kabeltest
om te controleren of deze goed is aangesloten via uit-
gangskabels op de sensoren in de klemmen. Als de
verbinding normaal is, zal de tester naar het "Starts-
cherm" gaan. Als de verbinding niet goed is, verschijnt
"CHECK CABLE" op het display. Controleer in dit ge-
val de kabelaansluitingen op beschadiging, want het
kan zijn dat u de klemmen op de batterij opnieuw moet
aansluiten of uiteinden moet vervangen.
HOE EEN KABELUITEINDE VERVANGEN:
1. Maak de klem los als vervanging vereist is.
2. Zorg ervoor dat de nieuwe klem goed is aanges-
loten.
OPMERKING: koppel de kabels niet los zonder te con-
troleren of de pinnen roest of corrosie door zuur zijn.
VOOR HET TESTEN:
1. Schakel het contact, alle verbruikers en de be-
lasting uit voor het testen van de batterij van het
voertuig. Sluit alle deuren van het voertuig en ko-
fferdeksel.
2. Zorg ervoor dat er 6 cellen van 1,5 V in het bat-
terijcompartiment van de inrichting zijn geplaatst.
Wegwerpbatterijen worden niet aanbevolen voor
gebruik, aangezien hun initiële uitgangsvoltage
1,7 V is. Wanneer 1,5-volt batterijen zijn ontladen,
wordt op het scherm de inscriptie "POWER LOW"
weergegeven. Vervang 6 batterijen alvorens het
testen te beginnen.
Let op, dat het scherm van het testapparaat leeg
blijft totdat de inrichting op de batterij van het voer-
tuig is aangesloten.
· 37 ·