5 Onderhoud
5.2 Filterelementen inzetten
14
15
5.3 Apparaat in elkaar zetten
16
17
OPGELET:
Gebruik het apparaat nooit, zonder dat de
filterelementen
correct
geplaatst zijn. Anders kan de motor eventu-
eel beschadigd worden.
1. Plaats het centraal lamellenfilter zoals af-
gebeeld weer terug in het filterzeef
(afb. 14).
2. Plaats de 2-delige filterinzet nu weer terug
in de stofbak (afb. 15).
AANWIJZING:
Door de speciale constructie kunt u de 2-
delige filterinzet alleen in de juiste positie
weer terug plaatsen.
1. Houd de stofbak zodanig tegen de motor-
eenheid aan, dat de groef onderaan in de
stofbak (afb. 16/pijl) in de uitstulping aan
de onderkant van de motoreenheid grijpt.
2. Klap de stofbak dan bovenaan stevig dicht
(afb. 17/pijl). Hij moet hoor- en voelbaar
vastklikken.
3. Controleer de stofbak op vaste zitting.
in
de
stofbak
47