Legende:
1 - Thermostaat
2 - Bimetaalzekering
3 - Verwarmingselement (2 x 1000 W)
4 - Controlelampje
5 - Aansluitklem
L - Fasegeleider
N – Neutrale geleider
- Aardingsgeleider
WAARSCHUWING: Voor iedere ingreep in de boiler moet eerst de verbinding
met het elektriciteitsnet worden verbroken!
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Na de aansluiting op de waterleiding en het elektriciteitsnet is de boiler klaar voor gebruik. Door aan
de thermostaatknop te draaien die zich aan de voorkant van de beschermplaat bevindt, kunt u de
gewenste temperatuur van het water instellen tussen 25° en 75°C. Aanbevolen wordt de knop op de
stand "E" te zetten. Deze instelling is de zuinigste; hierbij zal de watertemperatuur ongeveer 55°C
zijn en de afzetting van ketelsteen en het warmteverlies zullen minder zijn dan bij instellingen op
een hogere temperatuur.
Het controlelampje duidt aan dat het elektrische verwarmingselement is ingeschakeld. De boilers
hebben aan de buitenkant ook een ingebouwde thermometer, die de watertemperatuur aanduidt.
Als u de boiler enige tijd niet gaat gebruiken, kunt u de inhoud ervan tegen bevriezing beschermen
door de stroom niet uit te schakelen en de thermostaatknop op de stand "*" te zetten. Bij deze
instelling zal de boiler de watertemperatuur op ongeveer 10°C te houden. Als u de boiler van het
elektriciteitsnet afsluit, moet u het water er uit laten lopen als er bevriezingsgevaar bestaat.
Voordat u het water uit de boiler laat lopen moet u eerst de verbinding met het elektriciteitsnet
verbreken. Daarna kan de warmwaterkraan worden opengedraaid van één van de mengkranen, die
op de boiler zijn aangesloten. We laten het water via de toevoerleiding uit de boiler lopen. Hiervoor
raden we aan om tussen het veiligheidsventiel en de toevoerleiding een uitloopventiel of een T-stuk
in te bouwen. Als u dit niet doet kunt u de boiler ook legen via de uitloop aan het veiligheidsventiel
door de hendel of de schroefdop van het ventiel in dezelfde stand te zetten als bij het testen van het
ventiel. Nadat u het water via de toevoerbuis uit de boiler heeft laten lopen, zal er een restje water in
de boiler achterblijven, dat u kunt verwijderen door de flens van de boiler los te draaien.
Reinig de buitenkant van de boiler met sopje van een mild wasmiddel. Gebruik geen oplosmiddelen
en schurende reinigingsmiddelen.
Door regelmatige service zult u lang verzekerd zijn van een feilloze werking en een lange levensduur
van de boiler. De garantie voor het doorroesten van de boiler geldt alleen als u de voorgeschreven
regelmatige inspecties van eventuele slijtage van de beschermingsanode heeft laten uitvoeren. De
periode tussen de afzonderlijke regelmatige inspecties mag niet langer zijn dan 36 maanden. De
onderzoeken moeten door een erkend vakman worden uitgevoerd, die het onderzoek aantekent op
het garantiebewijs van het apparaat.
Bij het onderzoek controleert hij de mate van slijtage van de anticorrosie beschermingsanode en
indien nodig verwijdert hij ketelsteen, dat zich afhankelijk van de kwaliteit, de hoeveelheid en de
temperatuur van het gebruikte water aan de binnenkant van de boiler heeft afgezet. De serviceman
zal na de inspectie van de boiler op grond van de vastgestelde toestand de datum voor de volgende
controle aanbevelen.
Wij verzoeken u eventuele storingen aan de boiler niet zelf te repareren maar de bevoegde
service hiervan op de hoogte te stellen.
79