over heeft.
7. FREESPROCES
Stel de freesdiepte in zoals eerder beschreven.
Plaats de bovenfrees op het werkobject.
Maak de klem los door deze met de klok mee
te draaien en laat de bovenfrees langzaam
zakken totdat de dieptestop de trapbuffer
raakt. Vergrendel de bovenfrees in die stand
door de klem tegen de klok in weer vast te
draaien en schakel daarna de bovenfrees in.
Zorg ervoor dat er een constante toevoer van
materiaal in de bovenfrees komt. Als u klaar
bent, schuift u de bovenfrees weer naar boven
en schakelt u hem uit.
8. FREZEN MET DE GELEIDEBUS
De geleidebus (24) maakt het mogelijk om met
een mal te frezen of om een patroon te frezen
op de werkobjecten.
Plaats de geleidebus (24) (Zie D)
Plaats de geleidebus in de bodem van de
geleideplaat (11). Zorg ervoor dat de pinnen in
de groeven van de geleidebus vallen.
9. FREESPROCES (Zie E)
Waarschuwing: Kies een frees met een
kleinere diameter dan de binnendiameter
van de geleidebus.
Plaats de bovenfrees met de geleider tegen
de mal. Draai de klem met de klok mee los
en laat de bovenfrees langzaam richting
het werkobject zakken totdat de ingestelde
freesdiepte is bereikt.
Plaats de bovenfrees met de geleidebus
tegen de mal, terwijl u zachte zijwaartse druk
uitoefent.
Opmerking: De mal moet minstens 8 mm
dik zijn. Dit komt door de hoogte van de
geleidebus.
10. TOEPASSINGEN VORMEN
Om een toepassing te vormen zonder parallel
geleider, moet de bovenfrees uitgerust
worden met een zoeker of een kogellager.
Plaats de bovenfrees zijwaarts tegen het
werkobject aan en laat de frees met het
werkobject in contact komen totdat de zoeker
of de kogellager van de bovenfrees de hoek
van het te verwerken werkobject raakt. Leid
met gebruik van beide handen de bovenfrees
langs de hoek van het werkobject, terwijl u
ervoor zorgt dat de voetplaat stevig staat.
Te veel druk kan de hoek van het werkobject
beschadigen.
Bovenfrees
13L-WU600 WU600.1 WU601 WU601.1-M-070305¸ÄFÓïCE´¦.indd 57
11. FREZEN MET BEHULP VAN DE
PARALLEL GELEIDER (Accessoire – zie
F,G)
• Schuif de parallel geleider (21) met de
geleiderstaven (27) in de grondplaat (10) en
bevestig ze volgens de gewenste maat met de
vleugelbouten(12).
• Schuif de parallel geleider (21) met de
geleiderails (27) in de voetplaat (10) en draai
deze op de gewenste afstand vast met behulp
van de borgschroeven (12).
Geleid de machine gelijkmatig langs de rand
van het werkobject, waarbij u zijwaartse druk
uitoefent op de parallel geleider (21).
12.FREZEN VAN CIRKELVORMIGE
BOOGPROFIELEN
(zie H, I)
Om de freesgeleider opnieuw te monteren
voor gebruik als een cirkelgeleider
(booggeleider), volgt u de onderstaande
stappen:
• Maak de vleugelknoppen op de achterkant
(28) los en stel de knop (A), de afstandsplaat
en indicator (B) fijn af. Verwijder deze
onderdelen van de geleiderstaven (C).
• Maak de voorste knoppen en de geleidervoet
(E) los en verwijder de geleiderstaven.
• Verwijder de veren (D) uit de geleiderstaven.
• Plaats de geleider voor de fijnafstelling (F)
terug op de geleiderstaven en draai deze
180 graden van de normale positie zodat de
opening van de cirkelgeleider weg van de
frees is gericht.
• Stop de geleiderstaven (C) in de freesvoet.
Zorg er voor maximale stabiliteit voor dat elke
staaf door beide gaten loopt en uitsteekt aan
de andere kant van de freesvoet
(De staven moeten maximaal ver genoeg door
de gaten in de freesvoet zijn gestopt zodat ze
worden ondersteund door de voet eronder.
• Maak de frees stevig vast aan de staven
door de vergrendelingsschroeven (12) vast
te maken. De grootste cirkels en bogen
kunnen worden gemaakt wanneer de
geleiderstaven in de frees zitten tot waar de
vergrendelingsschroeven (12) zich bevinden.
• Markeer het werkstuk in het midden van de
gewenste cirkel.
• Gebruik de middelste sleuven aan de rand
van de draaiplaat (22), centreer de draaiplaat
op de centrale markering en bevestig het
werkstuk met meerdere stroken sterke tape
die u in een kruislings patroon over de
draaiplaat bevestigt.
• Plaats de fijnafstelgeleider (F) op de
57
57
NL
3/5/2007 4:29:56 PM