4 ALGEMENE INFORMATIE
4.1
Gebruik van de handleiding
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het apparaat; bewaar
hem voor latere raadpleging. Lees de handleiding voor de installatie/
het gebruik aandachtig door. Bij een eigendomsoverdracht is de oude
eigenaar ertoe verplicht om de handleiding aan de nieuwe eigenaar
te overhandigen. Verzeker u ervan dat iedere gebruiker voor de
inbedrijfstelling van het apparaat beschikt over de handleiding en zich
kan informeren over de aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruik.
4.2
Levering
Het apparaat wordt geleverd in een kartonnen doos.
Zie voor de samenstelling van de levering fig. 1.
4.2.1 Meegeleverd informatiemateriaal
D1 Gebruiks- en onderhoudshandleiding
D2 Veiligheidsvoorschriften
D3 Garantiebepalingen
4.3
Vernietiging van het verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen vormen geen bedreiging voor het milieu,
maar moeten wel gerecycled of vernietigd worden conform de
geldende normen in het land van gebruik.
5 TECHNISCHE INFORMATIE
5.1
Beoogd gebruik
Het apparaat is bestemd voor het transport van schoon water uit putten
of vaten met hemelwater voor gebruik in de tuin of voor huishoudelijke
watervoorzieningsinstallaties; deze apparaten mogen niet worden
gebruikt voor het transport van drinkwater. Onzuiverheden, zand en
afzettingen hebben een schurende werking en vernietigen de waaier.
Monteer bovenstrooms geschikte filters die deze deeltjes kunnen
filteren. Chemisch agressieve substanties in de pompvloeistof zijn zeer
schadelijk voor het apparaat.
De minimale productstroom per uur moet 80 l/h (1,3 l/min) bedragen.
Deze apparaten zijn niet geschikt voor druppelirrigatie, omdat daarbij
de waterstroom te klein is en de pompvloeistof de koeling van het
apparaat niet kan verzekeren.
NL
Het apparaat moet worden geïnstalleerd in een droge, goed
geventileerde ruimte en beschut zijn tegen vorst en weersinvloeden,
met een omgevingstemperatuur van max. 35°C. Het mag nooit worden
geïnstalleerd of gebruikt in de regen, vochtige ruimten of putten.
Het apparaat voldoet aan de Europese norm EN 60335-2-41.
5.2
Niet toegestaan gebruik
Het gebruik door personen zonder ervaring of die de instructies in de
handleiding niet hebben gelezen en begrepen, is verboden.
Het gebruik van het apparaat met ontvlambare, explosieve, giftige of
chemisch agressieve vloeistoffen, is verboden.
Het gebruik van het apparaat in mogelijk ontvlambare of explosieve
omgevingen, is verboden.
Het is verboden om wijzigingen aan te brengen aan het apparaat.
Het aanbrengen van wijzigingen doet de garantie vervallen en ontheft
de fabrikant van civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Slijpende stoffen of andere stoffen die het materiaal aantasten
vernietigen het apparaat. Deze apparaten zijn niet geschikt voor
gebruik in gepompte vloeistoffen die zand, slib of schurende klei
bevatten. Deze apparaten zijn geschikt voor het transport van water
voor voorzieningen, maar zijn niet geschikt voor het transport van
drinkwater!
Met deze apparaten is het transport van fecaliën niet toegestaan.
NL
© 2017 Nederlands
De apparaten zijn niet geschikt voor gebruik als pompen voor
fonteinen, filtraatpompen voor tuinvijvers of voor continu gebruik
(bijvoorbeeld in continue hercirculatiemodus in filtersystemen van
zwembaden of voor een industrieel gebruik).
Vermijd het drooglopen van het apparaat of het transport van
vloeistoffen met een gesloten klep!
5.3
Belangrijkste Onderdelen (fig. 1)
A1 Zuigaansluiting met schroefdraad
A1b Ingebouwd voorfilter (indien aanwezig)
A2 Persaansluiting met schroefdraad
A2b Vuldop (indien aanwezig)
A3 Aftapplug (indien aanwezig)
A4 Pomphuis
A4b Handgreep
A5 Stroomschakelaar
A8 Voedingskabel
A12 Stekker
6 INSTALLATIE
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat
losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (fig. 3).
Let op - gevaar!
Voer, vóór het gebruik, altijd een visuele inspectie uit om te bepalen of
het apparaat, en met name de stekker (A12) en de voedingskabel (A8),
beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt; in geval
van schade moet u het apparaat laten nakijken door de klantenservice of een
erkende elektricien.
Let op - gevaar!
Het doorsnijden van de voedingskabel (A8) doet de garantie vervallen
en brengt tijdens de reparatie (ook bij reparaties onder garantie) een
installatie tegen betaling met zich mee van een originele voedingskabel
(A8). Gebruik voor de verlenging van de voedingskabel (A8) alleen een
verlengkabel waarvan de diameter ten minste gelijk is aan die van de originele
voedingskabel (A8). Gebruik de voedingskabel (A8) nooit om het apparaat
mee op te tillen of om de stekker (A12) mee uit het stopcontact te trekken.
6.1
Montage van het apparaat
Voordat u het apparaat in werking stelt moet u de aanzuig- en
persleidingen aansluiten. Hiertoe plaatst u apparaat op een vlak
oppervlak in een stabiele positie en beschut tegen overstromingen
(fig. 4).
Om de trillingen niet over te brengen naar eventuele pijpen of de
wanden, bevelen wij aan om het apparaat op een rubber mat te
plaatsen en om (zuig- en drukbestendige) stukken flexibele leidingen
aan te brengen op de delen onmiddellijk naast het apparaat (fig. 5) om
de trillingen te dempen.
6.2
Montage van de zuigleiding
De zuigleiding voert het water aan vanaf het punt van aanzuiging van
het apparaat. Sluit de zuigleiding aan op de schroefdraadaansluiting
(A1). Controleer of de zuigleiding luchtdicht is gemonteerd omdat
lekkages het debiet van het apparaat zullen verminderen of het
aanzuigen onmogelijk kunnen maken. De zuigleiding moet een
minimale diameter hebben van 25 mm (1 inch); de leiding moet
bestand zijn tegen afklemming en vacuümdicht zijn. Wij bevelen
het gebruik aan van een zuigleiding met een bodemventiel.
Gebruik voor de waterdichte aansluiting teflon tape (12 - 15 lagen) (fig. 6).
138 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)