BESCRIJVING
(begint op pagina 31)
A A A A A
1
Bovenste handgreep
2
Onderste handgreep
3
Schroef, moer bevestiging bovenste handgreep
4
Graszak / Grasopvangbak
5
Olievuldop
6
Olie-aftapdop
B B B B B C C C C C
AANBRENGEN
D D D D D
AANBRENGEN DEFLECTOR
E E E E E
AANBRENGEN
(begint op pagina 32)
F F F F F
AANBRENGEN
(begint op pagina 33)
G G G G G
AFSTELLEN VAN DE SNIJHOOGTE
VOORBEREIDING BESCHERMSTUKKEN
H H H H H
l Werk altijd met geplaatste grasbak of beschermkap.
l Voor het verwijderen van de grasbak en het afstellen van de snijhoogte altijd de motor stopzetten.
l Bij lopende motor nooit met handen of voeten onder de rand of in de uitwerp-opening van het maaihuis komen.
(begint op pagina 34)
I I I I I
Voor het maaien dienen vreemde voorwerpen van het terrein verwijderd te worden. Tijdens het maaien letten op eventueel op het gazon achtergebleven vreemde
voorwerpen delen.De gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk voor derden.
Tijdens het werken of het starten van de motor de maaimachine niet opheffen. Indien nodig kan de machine wel zodanig schuin gehouden worden dat de snijkant zich altijd
weg van de gebruiker bevindt.
(begint op pagina 34)
J J J J J
Bij lopende motor in géén geval met handen of voeten onder de rand of in de uitwerp-opening van het maaihuis komen.
WERKEN MET DE MAAIMACHINE
K K K K K
VOORBEREIDING VAN DE MOTOR
Voor de voorbereiding van de motor het instructiehandboek van de
motorfabrikant raadplegen.
LET OP: Voor het gebruik olie aan de motor toevoegen (0.6l).
(begint op pagina 35)
L L L L L
STARTEN VAN DE MOTOR
Na de voorbereiding kan de motor op de volgende manier gestart worden:
a) Voor motoren met choke-systeem:
bij koude motor, de gashendel (13) op de START zetten
b) Het remhandvat (14) indrukken om de motor te kunnen starten, houd de
hendel tegen het handvat aangedrukt bij het starten en tijdens het gebruik van
de machine – laat de rem van de motor werken.
(begint op pagina 35)
M
M M M M M
ELEKTRISCH STARTEN:
lde stekker (G) in het contact (H) op de motor steken. De stophendel van de motor vasthoudend (14).De contactsleutel (17) omdraaie.
PAS OP: zodra de motor gestart wordt gaat het mes draaien.
N N N N N
Houd de handgreep (14) ingedrukt tijdens het gebruik, bij het
loslaten ervan stopt de motor.
O O O O O
Houd de handgreep (14) ingedrukt tijdens het gebruik, bij het loslaten ervan stopt de
motor.
MAAIEN
Voor het maaien de machine met de hand voortduwen of de automatische besturing
inschakelen.
(begint op pagina 36)
P P P P P
Belangrijk: wanneer bij aangetrokken koppelingshandvat de besturing niet ingeschakeld wordt, dient de koppelingskabel afgesteld te worden door de veer (P) in een van
de volgende gaten van het plaatje (R) te plaatsen "S" .
(begint op pagina 31)
(begint op pagina 31)
(begint op pagina 34)
(begint op pagina 34)
(begint op pagina 35)
(begint op pagina 35)
(begint op pagina 35)
7
Maaidek
8
Afstelhendels snijhoogte
9
Bougie
10
Tankdop
11
Starterhandgreep
12
Deflector
Handmaaimachine
Verwijder de uiteinden van de handvatten, bevestig de kabels zoals getoond is
en plaats de uiteinden van de handvatten weer.
Zelfrijdende grasmaaimachine met elektrische start.
Verwijder de uiteinden van de handvatten, bevestig de kabels zoals getoond is
en plaats de uiteinden van de handvatten weer.
c) voor motoren met primer-systeem:
de primerknop op de carburateur (31) 3 of 4 keer indrukken;de gashendel (13) op
MAX zetten.
Voor nadere aanwijzingen is het raadzaam het instructieboekje van de motor te
raadplegen.
d) Motor starten:
HANDMATIG STARTEN: (De stophendel van de motor vasthoudend (14)).
lgrijp de starterhandgreep (11) vast en trek langzaam aan het koord tot er compressie
ontstaat. Laat de starterhandgreep los en trek vervolgens met een snelle krachtige
beweging.
MAAIEN
Voor het maaien de machine met de hand voortduwen
Inschakelen automatische besturing: het koppelingshandvat (18) omhoog trekken en
ingedrukt houden.
PAS OP: alleen inschakelen bij lopende motor
Uitschakelen automatische besturing: het koppelingshandvat loslaten.
13
NEDERLAND
13
Gashendel
14
Veiligheidshendel
15
Complete reductor
16
Bedieningspaneel
17
Contactsleutel
18
Koppelingshendel